Winterconferentie-2018 – BD-Vereniging https://bdvereniging.nl Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding Wed, 06 May 2020 14:39:06 +0000 nl hourly 1 https://wordpress.org/?v=5.8.6 https://bdvereniging.nl/wp-content/uploads/2016/07/cropped-web-icon-tr-green-32x32.png Winterconferentie-2018 – BD-Vereniging https://bdvereniging.nl 32 32 De Vroente https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/de-vroente/ Sun, 04 Mar 2018 17:56:16 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1653 De Vroente is een samenwerkingsverband van 3 boerderijen. De Vroente kent haar ontstaansgeschiedenis vanuit verschillende pogingen om een samenwerking op poten te zetten tussen bioboeren in de ruime regio van zuid Oost-Vlaanderen. Dat was zeker en vast een grote groep. Of zo herinner ik het mij alleszins, als stille getuige van een jaar of 10. [...]

Het bericht De Vroente verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
De Vroente is een samenwerkingsverband van 3 boerderijen.

De Vroente kent haar ontstaansgeschiedenis vanuit verschillende pogingen om een samenwerking op poten te zetten tussen bioboeren in de ruime regio van zuid Oost-Vlaanderen.

Dat was zeker en vast een grote groep. Of zo herinner ik het mij alleszins, als stille getuige van een jaar of 10. Toen ik, wakker gehouden door die rumoerige stemmen aan onze eettafel, in mijn pyjama naar beneden kwam voor een glas water. Daar zaten dan een heleboel bioboeren en -boerinnen die vriendelijk lachten naar die kleine snotter. Om dan met z’n allen verder te vergaderen.

Vanuit die groep hebben Walter Coens van De Zonnekouter en Antoine De Paepe van De Kollebloem uiteindelijk de basis gelegd voor wat nu De Vroente is. Die twee wapenbroeders hadden altijd veel noten op hun zang. Gelukkig waren daar ook echtgenotes An Verboven en Leen Verwimp.

Na korte tijd kwam Karel Houdmont erbij met Ourobouros en sindsdien bestaat De Vroente in zijn huidige vorm van drie boerderijen.

We mochten ook al allemaal heel wat vernieuwing in onze boerderijen en dus De Vroente meemaken. Nieuwe mensen erbij, jongeren en helaas ook het afscheid van Walter. Een constante dynamiek.

Wat doet De Vroente?

In het kort: Biodynamische kwaliteitsgroenten en fruit telen en vermarkten aan een eerlijke prijs.

We maken samen teeltplannen. We leggen prijzen van producten vast voor het komende jaar. We spreken af wie hoofdteler is van een bepaald gewas.

We organiseren vorming en verdiepingsmomenten.

We vergaderen maandelijks en gaan jaarlijks op weekend.

We organiseren ook ons eigen transport van de drie boerderijen naar elkaar en de winkel.

We vermarkten de producten via verschillende kanalen. Elke vroenteboerderij heeft zijn eigen groente abonnementen. 2 hebben een hoevewinkel, 1 heeft een markt. We leveren elk aan restaurants in Gent en Brussel.

En sinds vorig jaar hebben we in de Lousbergmarkt in Gent een vast groente- en fruitkraam. De mogelijkheid kwam op ons pad, bijna op een onmogelijk moment. In mei moesten we eraan beginnen, net toen iedereen klaar was om volop aan het seizoen te starten. En eind augustus moest de winkel open. Er was geen structuur, want De Vroente is een feitelijke vereniging, er was geen plan, er waren geen winkeliers, geen rekken, weegschaal of kassa. Alleen een erg lege plek en een druk teeltseizoen dat moest beginnen.

De oprichting van die winkel heeft voor De Vroente veel betekend.

Een grote inspanning van ons allen, waardoor op korte tijd alle neuzen in dezelfde richting moesten. Plots had De Vroente niet alleen vergaderingen en overleg tussen 3 aparte entiteiten, maar stond daar een coöperatieve winkel met 4 nieuwe winkeliers. Een coöperatie die er staat op zichzelf, met een eigen-zinnig karakter, maar waar we tegelijk ook allemaal deel van zijn. De winkel doet het goed, en neemt ons mee in een positieve stroming. Maar het is tot vandaag nog zoeken naar hoe iedereen zijn of haar plek weet te vinden in die nieuwe vorm.

Voor die winkel hadden we een logo nodig en een baseline. Samen – Bezield – Biodynamisch. Ik ben altijd trots als ik onder die vlag mag werken.

Welke problemen komen we tegen en hoe lossen we ze op?

Als ik vroeg aan Antoine waarom de eerste ruime groep van Zuid Oost-Vlaamse boeren niet meer bestaat, komt altijd als antwoord dat die groep teveel focuste op het economische. In die economische sfeer blijkt algauw dat niet iedereen hetzelfde denkt. Elk heeft zijn noden, eigenheid en wensen, en dat durft al eens botsen.

Specifiek aan De Vroente is dat het sociale en de verdieping een fundamentele rol spelen in de samenwerking. Door ruimte en aandacht te geven aan het sociale contact met elkaar, maar ook door samen te studeren of vorming te volgen, wordt de samenwerking in de diepte versterkt. Het schept niet louter financiële banden, maar een menselijke economische band met ademruimte voor ieder lid van de groep.

Er zijn natuurlijk heel wat praktische problemen. Want we filosoferen graag, maar moeten ook elk wekelijks een hele toer rijden met onze camionette langs 3 boerderijen, een winkel, en nog een paar extra posten omdat we toch in de buurt zijn. Met dat transport zitten we nog wat te zoeken. Het vraagt veel tijd maar creëert ook tijd voor ontmoeting.

Kolen en wortels. We hebben er geen plek voor, maar we hebben ze wel nodig. We proberen samenwerking uit met andere boeren, maar we zijn er nog niet.

Prijzen en lonen. We hanteren eerlijkere prijzen. Maar staan ook niet los van de rest van de wereld. We verdienen allemaal net onze boterham, en maken onze dromen waar, maar het is toch vaak allemaal heel krap. De handel brengt wat extra, de winst van de winkel gaat voor een deel naar de boerderijen. Maar fundamenteel blijven ook wij boeren die produceren in een wereldeconomie waarin productie niks mag kosten.

Wat vinden wij belangrijk om te ontwikkelen?

‘Leven doorgeven’. Het stond in de uitnodiging. Het is eigenlijk evident voor boeren, maar hoe vaak denken wij eraan dat dat eigenlijk is wat we doen. Jozien Vos vertelde op een Vroente weekend een verhaal over de godin Demeter die huisde in Griekse oogstsymbolen van graan. We gingen er net zelf 3 maken met de Vroente boerderijen en hadden nog een verhaaltje nodig om ons te inspireren. Alleen de goden kennen het geheim van het leven, maar, zo ging het verhaal, boeren zijn degenen die het op aarde verzorgen, bewaren en doorgeven. Een eeuwenlange cyclus van zaaien, planten, oogsten en opnieuw zaaien verbindt ons met die allereerste boeren. Telkens weer datzelfde leven doorgeven en verzorgen, is het liefste wat we doen.

Evenwicht zoeken. De Vroente is nu een vereniging en een coöperatieve vennootschap. We behouden bewust twee vormen. De ene is een vereniging waarin samenwerking tussen bedrijven op een heel brede manier vorm krijgt. De andere is een echt bedrijf met een economisch doel, in een  coöperatieve vorm. Hierin verder groeien en zoeken naar de juiste evenwichten is een belangrijke ontwikkelingsweg voor ons allen.

Vorming tijd geven. Het laatste jaar werd veel economisch gewerkt, en was de ruimte voor vorming en verdieping sterk verkleind. Hiervoor moet weer meer ruimte komen. We zijn er al mee begonnen door met de ‘jonge mensen’ van De Vroente onze visie opnieuw te bekijken en deels te herschrijven. Maar ook vorming rond biodynamische landbouw mag weer voluit de aandacht krijgen vanuit De Vroente.

Tot slot.

Wat ik in mijn eerste jaren met De Vroente heb geleerd is dat je met 3 boerderijen heel veel wel of heel veel niet kan doen. Als het niet botert tussen de mensen, dan loopt het niet.

Maar in de paar jaar dat ik er nu bij ben, en nu dus zelf aan die eettafel mee vergader, merk ik dat er bij De Vroente een heel sterke wil is om toch door te blijven gaan. Er is ruimte voor verbondenheid, maar ook voor onenigheid en we kunnen elkaar al eens verkeerd begrijpen. Mijn collega Sofie van Ourobouros hoorde ik eens de term hartsverbinding gebruiken. Ik denk dat dat is wat wij hebben.

We werken samen, economisch, als boeren, maar we erkennen de menselijke kant ervan ten volle.

En vanuit die menselijkheid keren we terug naar de economie.

En zo proberen we goed samen te werken, voor onszelf en onze boerderij.

Uit liefde voor het boerenbedrijf.

Samen Bezield Biodynamisch.

Ruben Seegers

Het bericht De Vroente verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
De illusie van onze economische wetenschap https://bdvereniging.nl/over-ons/winterconferentie-2018/de-illusie-van-onze-economische-wetenschap/ Mon, 26 Feb 2018 09:43:26 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1579 Op 23 februari 2018 hield Johan D’hulster een lezing tijdens de winterconferentie in Wortel. Hieronder vind je de door hem geschreven tekst daarvan. ------------------------------------------------ Ieder mens heeft een levenslot en dat bestaat meestal uit enkele draden die zich op een persoonlijke wijze in elkaar vlechten. Twee van dergelijke draden die zich bij mij vervlochten hebben [...]

Het bericht De illusie van onze economische wetenschap verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Op 23 februari 2018 hield Johan D’hulster een lezing tijdens de winterconferentie in Wortel. Hieronder vind je de door hem geschreven tekst daarvan.

————————————————

Ieder mens heeft een levenslot en dat bestaat meestal uit enkele draden die zich op een persoonlijke wijze in elkaar vlechten. Twee van dergelijke draden die zich bij mij vervlochten hebben op een nogal controversiële wijze zijn landbouw en economie.

Ik zou jullie heel even willen meenemen op een persoonlijk reisje doorheen groeiend, vaak schokkend inzicht in de moeilijke verhouding tussen deze twee thema’s: landbouw en economie.

Voor een goed begrip: economie is er al altijd geweest. Als je een tulpenbol ruilt voor een schilderijtje ben je ook
met economie bezig, maar er is ook zoiets als economische wetenschap, ontstaan rond 1775 aan de vooravond van de industriële revolutie. Adam Smith wordt vaak als de grondlegger beschouwd. Economische wetenschap is een verzameling theorieën en gaat uit van enkele aannames en werd lang als een exacte wetenschap aanzien, maar mede door de belabberde staat van onvermogen om zowat alle grote economische crisissen te voorspellen, wordt economische wetenschap nu eerder bij de menswetenschappen geklasseerd. Maar we kunnen er niet omheen: economie is in ieder partikeltje van ons alledaagse leven binnengedrongen. Als we het hier vandaag over economie hebben, dan bedoelen we vooral economische wetenschap.

Toen ik student economische wetenschappen was, had ik een moeilijke verhouding met het begrip ‘schaarste’. Ik kon daar geen vat op krijgen. Mijn buikgevoel zei dat er iets mis was met dat begrip. Schaarste werd uitgelegd als het fundamentele uitgangspunt van de economie, waarin de behoefte van de mens als oneindig wordt bestempeld (dat kan je al in vraag stellen), terwijl het aanbod aan grondstoffen, producten … slechts beperkt aanwezig is. Doch er is meer. Het begrip schaarste kent vele nuances, naargelang de aard van onze menselijke drijfveren benoemd wordt, zoals gepoogd werd door diverse denkers als Locke, Hume, Marx, Rousseau enz.

In mijn studententijd had ik tevens een spontane voorliefde voor de ‘vrije, liberale’ markteconomie. Deze stelt dat hoe minder je ingrijpt in een economisch systeem, hoe beter. Er is immers de ‘onzichtbare hand’ die er altijd voor zorgt dat je het best mogelijke product creëert aan de best mogelijke prijs, omwille van het nuttigheidsprincipe, maximale efficiëntie en ondernemerschap (Adam Smith, Milton Friedman in de monetaire economie).

Ondertussen weten we beter. Vrije markteconomie is een hersenspinsel en bestaat niet in de praktijk. Iedere zogenaamde vrije markteconomie bestaat uit een samenraapsel van protectionistische en sturende maatregelen. Daarenboven hangt het gehele concept van de vrije, liberale, kapitalistische’ markteconomie samen met een Westers wetenschappelijk en materialistisch mensbeeld, met de evolutieleer van Darwin op kop. Uit de driegeledingsleer weten we inmiddels dat vrijheid niet bij de economie hoort, maar wel bij het bewustzijn. En dat we bij de economie de broederlijkheid moeten plaatsen.

Toch zal het niet zo eenvoudig zijn. Ik vraag me nog dagelijks af, gesteld dat we een economie zouden gehad hebben die op broederlijkheid gebaseerd was, of ik wel een tuinbouwbedrijf zou gehad hebben. Ik heb de overlevingsstrijd als boer gewonnen door de strijd aan te gaan met de moeilijkheden, de markt, de lage prijzen, de faillissementen van de groothandels enz. Aan de studenten Landwijzer vertel ik meestal dat een onmisbare karaktertrek, als ze een goede boer willen worden, de ‘strijdvaardigheid’ is. Het vermogen om je uiteen te zetten met voortdurend wisselende omstandigheden, tegenslagen te verwerken, m.a.w. het summum van vrij ondernemerschap. In die zin vraag ik me ook regelmatig af, of je wel een boer kan zijn in loondienst, of dat überhaupt wel te combineren is in een tewerkstellingspatroon. Dat is voer voor discussie in de workshop straks.

Een belangrijk keerpunt in het inzicht hoe economie werkt kwam door het boek ‘Het rijk der schaarste’ van Hans Achterhuis, Nederlands huissocioloog. Ik las het boek tijdens de beginjaren van Wervel in Vlaanderen. Daarin wordt gesteld, vanuit de analyse van wat schaarste betekent, dat je maatschappelijk een omkering bewerkstelligt van de gezond-verstands-doelstelling van de belangrijke maatschappelijke pijlers. Achterhuis stelt onomwonden: landbouw creëert tegenwoordig eerder honger dan voedsel, en geneeskunde schept niet gezondheid, maar ziekte. Dat wordt als volgt zichtbaar: hoe meer institutionalisering, bureaucratie en technologie je inbrengt in het levensdomein van de landbouw, hoe meer machtsconcentratie ontstaat, waardoor je een omkering krijgt van de oorspronkelijke bedoeling: landbouw voorziet in voedsel, wordt nu: landbouw schept honger. Denk aan de structurele hongersnoden in ontzaglijk grote wereldgebieden en denk aan het feit dat drie kwart van diegene die wereldwijd honger hebben, boeren zijn.
Wat je de traditionele economische wetenschap vooral ten laste kan leggen is de ontkoppeling van de economie en haar ‘externaliteiten’, zijnde het sociale en het milieu. Economie stelt zich boven deze twee en eigent zich het recht toe om deze uit te buiten. De exploitatie van onze planeet Aarde en haar sociaal weefsel is een economische aangelegenheid en we zijn daar allemaal onderdeel van. Als bvb een olieboorplatform in de Noordzee ontploft, met alle milieu en menselijke gevolgen van dien, dan is dat een economisch goede zaak. En op sociaal vlak gaat de economie altijd op zoek naar de laagste lonen.

Natuurlijk zijn er ook economen die daar van wakker liggen en ook de economische wetenschap ontwikkelt zich van dominant naar rekening houdend met de realiteiten van ons bestaan.

Een van de briljante economen waar ik in dit verband persoonlijk naar opgekeken heb is Amartya Sen. Sen is opgegroeid in Shantineketan (India) in de school van Rabindranath Tagore, hij kreeg les onder de bomen. Later werd hij Nobelprijswinnaar economie. Hij ontwikkelde het begrip ‘welzijnseconomie’ en legde zich toe op de realiteit van de economische onvrijheid, sociale ongelijkheid en bestudeerde uitvoerig de economische oorzaken van hongersnood. Er bestaan veel mythes rond hongersnood in India, maar India heeft ook de meest gruwelijke hongersnoden gekend, denk aan de 3 miljoen mensen die op straat gestorven zijn van de honger in Calcutta, Bengal tijdens de oorlogsjaren. Ondanks het briljante levenswerk van Amartya Sen, het oprekken van de economische paradigma’s en het inclusief maken van het sociale, vind je in zijn baanbrekende onderzoek geen enkele aanwijzing naar de landbouwkundige oorzaken van de hongersnood. Dat is een geweldige tekortkoming. Je zou toch mogen veronderstellen dat honger op de eerste plaats met landbouw te maken heeft ? Met verlies van bodemvruchtbaarheid bvb ? Zo blijft economie toch vooral altijd een hokjesdenken.

Dan wil ik hier nog twee feiten aanhalen die tot ernstig nadenken stemmen. Ten eerste dat slechts 2% van het geld tastbare economie betreft, als betaalmiddel voor een reëel product. 98% van de geldtransacties zijn louter speculatief en virtueel. We leven in een wereldwijd casino. Dat kan je uitvoerig nalezen in het boek ‘Geld en duurzaamheid’ van Bernard Lietaer. Dat houdt direct verband met de financiële crash van 2OO8, waarin economie opeens een soort psychologisch spel blijkt, waarin we met zijn allen verzeild geraakt zijn. Denk aan het meermaals herverpakken en herverkopen van woonkredieten. Lees daarover in ‘Dit kan niet waar zijn’ van Joris Luyendijck, hoe bankiers uit de London City aan de vooravond van de ineenstorting van het financiële systeem de evacuatie van hun kinderen naar het platteland voorbereidden, of voedsel begonnen te hamsteren. In dat soort ontnuchtering van de gigantische waan komt opeens de essentie bovendrijven.

Als je dit allemaal in beschouwing neemt, dan zitten we als mensheid gevangen in een wankel economisch schip, varend op een woelige zee. Het allerbeste zou zijn om het schip naar een veilige haven te brengen, het daar te slopen en een nieuw schip te bouwen. Maar dat lijkt niet mogelijk. Het enige wat we kunnen doen is de scheepstimmerman vragen om al varend en van binnenuit hier en daar een rotte plank weg te halen en snel te vervangen door een nieuwe. Twee of drie planken ineens weghalen zou al fataal kunnen zijn en ons schip kunnen doen zinken.

Op het IFOAM congres laatst kwam ik een Nederlandse man tegen die zich in Thailand gevestigd had omwille van zijn passie voor het Boeddhisme. Hij had een lange carrière achter de rug met nadenken over economie en zocht oplossingen in het met mindfulness observeren van de markt. Ik kreeg van hem een boek cadeau: “Mindful Markets”. Daarin staat een opmerkelijke lezing van de directeur van het instituut die in Bhutan het concept ‘Bruto Nationaal Geluk, the Gross Domestic Happiness’ heeft geïntroduceerd. De analyse over de relatie economie en landbouw is herkenbaar:
– De planetaire grenzen worden overschreden
– De kwaliteit van het leven (de natuurlijke ordening van het milieu en de positieve sociale relaties) wordt genegeerd of vermarkt
– Ongelijkheid in inkomen en vermogen worden groter
– Ongelijkheid tussen de generaties worden groter (we nemen al een wissel op de toekomst)
– De markt dringt de morele sfeer binnen

Het is de rol van ieder mens om hier aandachtig naar te kijken en dan kom je hoe dan ook uit bij de diepmenselijke problematiek van hebzucht, gehechtheid, onwetendheid. Het land Bhutan heeft de moed om dit te benoemen en er als overheid mee aan de slag te gaan. Binnenkort draagt Bhutan het label ‘100% organic’.

Op het IFOAM congres kwam ook het ultieme instrument van ‘true cost accounting’ naar voren om de toekomst voor onze biosector open te breken. Kostprijsberekening, niet in de enge traditioneel economische zin, maar met inbegrip van alle ‘externaliteiten’. Hoe gaan we in de biosector daardwerkelijk om met het sociale, met het milieu, met de energie enz. en wat wordt dan de prijs van de voeding die we produceren.

Persoonlijk ben ik al vele jaren betrokken bij kostprijsberekening van groententeelt op ons bedrijf Akelei, alsook op andere bedrijven. Ziehier enkele prangende problemen en bevindingen.
– Je komt bijna geen enkele kostprijsberekening tegen waar alle kosten in vermeld staan. Overal worden belangrijke kostenposten overgeslagen of weggedacht.
– Er bestaat een soort psychologische angst of een drempel bij boeren om kostprijzen onder ogen te zien. In het ergste geval klagen boeren dat ze niets verdienen en zijn ze nog geneigd om hun verkoopsprijzen naar beneden te halen.
– Economische druk in de landbouw zoekt gemakkelijk haar uitweg in industrialisering (monocultuur), technologische veredeling (hybriden brengen meer op), NPK denken (oppompen van productie). Landbouw is een erg rekbaar gegeven aan de productiezijde en ook de bio landbouw zit in dat straatje.
– Het is ook noodzakelijk om vruchtwisseling, koolstofopbouw en gesloten kringlopen mee op te nemen in een kostprijsberekening.

Beste vrienden, we zitten met zijn allen in de landbouw gevangen in een lastig en vervelend keurslijf, ons gedicteerd door de economische wetenschap. We leven eigenlijk in een tijd van valse overvloed en valse schaarste. Valse overvloed in de zin van de ontzaglijke hoeveelheid nutteloze consumptiegoederen waar we mee overspoeld worden. Valse schaarste door monopolisering van de macht, patenteren van leven en kennis enz.

Maar we hebben één groot en massief geluk. Wij staan als boer en boerin bij de bron en essentie van het leven. Niemand, maar dan ook niemand anders in de maatschappij, als het er werkelijk eens zal op aankomen, als de illusies eens zullen verdwijnen, staat zo dicht als wij bij de essentie en dat is bodemvruchtbaarheid. Dat maakt ons in vele opzichten oneindig rijk, als we dat maar willen beseffen.

Ik ben ooit eens op het spoor gekomen van een boek (helaas kan ik het nergens meer terugvinden) dat een pleidooi inhield om bodemvruchtbaarheid en niet schaarste als het uitgangspunt van de economie te maken. Dat zou pas een revolutie betekenen. Ik ben er hoe langer hoe meer van overtuigd geworden dat we in de eerste plaats de bronnen van onze landbouw steeds maar weer moeten durven herbenoemen, want dat doen we te weinig. En dat ook vertellen aan de maatschappij, onze klantenkringen en onze handelaars. Voeg daarbij de broederlijkheid en solidariteit uit de driegeleding, maar wat mij betreft, ook de nodige strijdvaardigheid en vrijheid om als boer en boerin onze plaats en waardigheid in de maatschappij te vrijwaren.

Dat is onze opgave, maar ook onze kracht en tevens onze happiness.

Tot slot nog enkele woorden van Wendell Berry, Amerikaans boer-filosoof:
Als we de natuur als maatstaf voor de economie aannemen, dan is vrijheid er automatisch onderdeel van. De verbinding van natuur en economie plaatst ons voor een noodzakelijke democratie, omdat noch economie, noch natuur abstract kunnen zijn in de praktijk. Wanneer we de natuur als de maatstaf nemen, dan vereist onze boerenpraktijk een vorm van kennis die lokaal verankerd is. De bedrijfsindividualiteit is op iedere boerderij een uniek gegeven. En de specifieke kennis van een specifieke plaats, daar kan geen enkele gecentraliseerde macht of autoriteit iets aan bijdragen. Als we landbouw bedrijven vanuit de maatstaf van de natuur, de natuur van onze specifieke plaats, betekent dit dat we zorg dragen voor een plek die we kennen en liefhebben, gebruik maken van werktuigen en methodes die we kennen en liefhebben, in de gemeenschap van mensen die we kennen en liefhebben.

Het bericht De illusie van onze economische wetenschap verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Interview met Volkert Engelsman https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/interview-volkert-engelsman/ Thu, 01 Feb 2018 15:15:59 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1553 Volkert Engelsman zal vertellen over ‘sterren, compost en correct rekenen’ bij de winterconferentie van de BD-Vereniging in Dronten op 2 maart 2018. Dit artikel is een korte versie van een artikel dat eind maart 2018 zal verschijnen in Dynamisch Perspectief.  Spirituele, sociale en ecologische compost  ‘Dat is toch magisch?!’ Volkert Engelsman, CEO van handelsbedrijf Eosta, [...]

Het bericht Interview met Volkert Engelsman verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Volkert Engelsman zal vertellen over ‘sterren, compost en correct rekenen’ bij de winterconferentie van de BD-Vereniging in Dronten op 2 maart 2018. Dit artikel is een korte versie van een artikel dat eind maart 2018 zal verschijnen in Dynamisch Perspectief.

 Spirituele, sociale en ecologische compost

 ‘Dat is toch magisch?!’ Volkert Engelsman, CEO van handelsbedrijf Eosta, vertelt vol vuur over het wonder van de compost en hoe vruchtbaar die is voor de aarde. Derk Klein Bramel en Ellen Winkel vragen hem of hij een parallel ziet met het gezond maken van de samenleving. Wat is de compost in de economie? Of de humus in de samenleving?

Tekst: Ellen Winkel en Derk Klein Bramel

 “Otto Scharmer wijst op een drievoudige kloof”, begint Volkert Engelsman, als antwoord op onze vraag naar het vruchtbaar maken van de samenleving. “Er is een ecologische kloof (mensen zijn vervreemd van de natuur), een sociale kloof (mensen zijn vervreemd van elkaar) en een spirituele kloof (mensen zijn vervreemd van zichzelf).”

Op al die drie niveaus moet een omvormingsproces plaatvinden, legt hij uit, en om dat in gang te kunnen zetten is het overbruggen van de spirituele kloof – het werken aan jezelf – de eerste stap. “Dat gaat over werken aan zingeving en aan de rode lijn in je biografie. Meditatie helpt om het vermogen te ontwikkelen intuïtief de juiste keuzes te maken. ’s Avonds mediteer ik en ik neem vragen mee de nacht in. Eén, twee, drie dagen later komt de ingeving. Dit ‘inzetten van de kracht van de nacht’ breng ik ook in bij de denktank, waar ik in zit, voor het lesprogramma van de MBA-opleidingen in Rotterdam. Dit is waardevol vol studenten die in het bedrijfsleven terechtkomen.”

Dream, dance, deliver

“Vraag een willekeurige chauffeur van een heftruck in ons distributiecentrum naar ‘Dream, Dance en Deliver’, en hij kan je uitleggen waar dat over gaat.” Alle Eosta-medewerkers werken aan dit ‘3D-model’, dat overeenkomt met de eerder genoemde drie niveaus. Dream (en Differentiate) gaat over het worden wie je bent (met als tegenpool fake). Dance (versus freeze) gaat over meebewegen met anderen en deliver (versus fail) over resultaten van je werk. “We hebben net weer rond de 250 eindejaars-gesprekken gehad. Dan komen de ontwikkelingen op deze drie niveaus ter sprake.”

Als bedrijf werkt Eosta aan het overbruggen van de drie kloven door transparant te maken hoe haar leveranciers (boeren en tuinders) presteren op duurzaam en sociaal gebied. Op een ananas in de winkel zit een sticker met de ‘Nature and More code’, zodat een klant op internet kan zien hoe de ananasteler werkt. De laatste jaren voegt Eosta hier prijsplaatjes aan toe die laten zien dat biologische producten veel minder kosten afwentelen op de samenleving. Met slogans als ‘Eet biologische appels en bespaar 27 ziektedagen per hectare per jaar’ en ‘Koop biologische peren en red 6 kuub vruchtbare bodem’. Deze campagne draagt bij aan bewustwording.

Compostering

Eosta zet zich samen met een brede coalitie van internationale partners in voor True Cost Accounting. Volkert: “Correct rekenen is een instrument om licht te laten schijnen in de duistere spelonken van de economie. Als bedrijven een winst- en verliesrekening moeten maken die niet alleen de resultaten toont van het financieel kapitaal, maar ook van natuurlijk en sociaal kapitaal, dan krijgen bedrijven die kosten blijven externaliseren straks geen toegang meer tot kapitaal. Het is een instrument dat het begrip ‘winst’ omvormt. Er ontstaat ‘inclusieve winst’. Profit 2.0. Die omvorming kun je vergelijken met het composteringsproces.”

“Bij het maken van compost begin je met afstervende, stinkende landbouwresten. In vier fases worden die omgezet tot vruchtbare humus en ontstaat er nieuwe vitaliteit. Preparaten sterken hierbij het zelf-organiserend vermogen. Ze werken intelligent makend op natuurlijke levensprocessen en verzorgen de ontmoeting van het aardse en het kosmische.”

Volkert trekt een parallel met de economie, waar hebzucht gedreven winst leidt tot ‘doodsprocessen’. Hier moet een composteringsproces plaatsvinden in drie fases, een omvormingsproces op het spirituele, het sociale en het ecologische niveau. “Zo wordt die ‘inclusieve winst’ gevormd, een bron van nieuwe vitaliteit.”

Wat zou je in het maatschappelijke omvormingsproces kunnen vergelijken met de preparaatwerking? Al pratend komt Volkert tot een antwoord: “Wat werkt intelligent makend op sociale levensprocessen? Iets dat toegang kan bieden tot kosmische intelligentie. Meditatie. Maar niet met het doel om asceet te worden. Dat is niet de weg. Ga dwars door het midden. Duik in hebzucht en egoïsme. Omarm Ahriman en Lucifer, zodat je hen kunt verlossen.”

 

Het bericht Interview met Volkert Engelsman verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Nieuwe Markten https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/nieuwe-markten/ Wed, 31 Jan 2018 15:16:37 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1542 “Nieuwe Markten – Delen in de voedselketen” is de recentste publicatie van Toekomstboeren. In dit boekje worden tal van innovatieve bedrijven uitgelicht, zoals De Horsterhof, Eemstadboerderij, Wij telen Groente en nog veel meer. Allemaal bedrijven met nieuwe manieren om de relatie met de klant te verzorgen. Bomvol informatie en inspiratie voor iedereen die geïnteresseerd is [...]

Het bericht Nieuwe Markten verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
“Nieuwe Markten – Delen in de voedselketen” is de recentste publicatie van Toekomstboeren.
In dit boekje worden tal van innovatieve bedrijven uitgelicht, zoals De Horsterhof, Eemstadboerderij, Wij telen Groente en nog veel meer. Allemaal bedrijven met nieuwe manieren om de relatie met de klant te verzorgen. Bomvol informatie en inspiratie voor iedereen die geïnteresseerd is in diverse landbouw en voedselsystemen.

Je kunt deze bundel bestellen voor 5 euro per stuk.
Stuur een e-mail met je naam, adres en hoeveel exemplaren je wilt bestellen naar info@toekomstboeren.nl.

Het bericht Nieuwe Markten verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Het geluk van het genoeg https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/het-geluk-van-het-genoeg/ Wed, 31 Jan 2018 12:12:04 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1528 Pierre Rabhi (foto: Bertrand Desprez) Pierre Rabhi is begin twintig jaar als hij eind jaren vijftig besluit zich aan de moderne beschaving te onttrekken en terug te keren naar het Franse platteland. In Frankrijk en Europa is hij getuige van een triest schouwspel: zowel op de velden als in de fabrieken moet de [...]

Het bericht Het geluk van het genoeg verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Pierre Rabhi

Pierre Rabhi (foto: Bertrand Desprez)

Pierre Rabhi is begin twintig jaar als hij eind jaren vijftig besluit zich aan de moderne beschaving te onttrekken en terug te keren naar het Franse platteland. In Frankrijk en Europa is hij getuige van een triest schouwspel: zowel op de velden als in de fabrieken moet de mens een vorm van persoonlijke vervreemding accepteren met als enig doel de economische machine te laten draaien. Een economie die zich door haar zoektocht naar ongelimiteerde groei schuldig maakt aan roofbouw.

In Het geluk van het genoeg vertelt Rabhi over zijn ervaringen, die duidelijk maken dat het alleen mogelijk is te breken met de kannibalistische mondialisering als we onze behoeften en verlangens matigen en kiezen voor een bevrijdende en vrijwillig aanvaarde soberheid. Alleen zo kunnen we de mens en de natuur terugplaatsen in het centrum van onze aandacht en de wereld smaak en lichtheid geven.

Pierre Rabhi is boer, schrijver en filosoof, en een van de pioniers van de ecologische landbouw in Frankrijk. Hij verdedigt een andere maatschappij, een die respectvoller omgaat met de mens en de aarde, en hij ondersteunt de ontwikkeling van agro-ecologie over de hele wereld.

Titel: Het geluk van het genoeg Auteur: Pierre Rabhi Vertaling: Michiel Löffler
ISBN: 978 94 6068 384 8 Prijs: € 17,99

Het bericht Het geluk van het genoeg verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Associatieve economie in de biologische handel https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/associatieve-economie-in-de-biologische-handel/ Wed, 24 Jan 2018 12:28:55 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1514 Ook in de biologische handel is er een toenemend aantal' conventionele' structuren met overeenkomstige handelspraktijken. De spiraal van concurrentie, individuele winst en steeds dalende prijzen wil de biodynamische beweging tegengaan met de aanpak van associatie. Voor mensen die zich hiervoor willen inzetten, biedt de Wirtschaftskreis van de landbouwsectie al 5 jaar een forum. Bij geassocieerde [...]

Het bericht Associatieve economie in de biologische handel verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Ook in de biologische handel is er een toenemend aantal’ conventionele’ structuren met overeenkomstige handelspraktijken. De spiraal van concurrentie, individuele winst en steeds dalende prijzen wil de biodynamische beweging tegengaan met de aanpak van associatie. Voor mensen die zich hiervoor willen inzetten, biedt de Wirtschaftskreis van de landbouwsectie al 5 jaar een forum.

Bij geassocieerde economieën gaat het om wederzijdse perceptie en een gemeenschappelijk evenwicht van belangen van alle betrokken partijen, van de producent/vermeerderaar tot de consument. Instrumenten hiervoor zijn regelmatige rondetafelgesprekken, bedrijfsontwikkelingsbijeenkomsten en bijscholing. Een praktisch doel is het bereiken van een zo transparant mogelijke totale berekening in de gehele gemeenschappelijke waardeketen.

De eerste stap in deze richting werd gezet op de Alanus Hogeschool in Alfter in het kader van een conferentie die van 23 tot 25 november 2017 werd georganiseerd door de Wirtschaftskreis van de landbouwsectie en het Grundlagenforum van Demeter Duitsland. Met de steun van studenten en een universitair docent en impulsen uit lezingen van Wolfgang Tomaschitz en Udo Herrmannstorfer hebben de deelnemers de elementen van een waarderende economie van fokker tot consument genoemd en de bouwstenen van een intentieverklaring geformuleerd. De Wirtschaftskreis heeft deze werkzaamheden in Luxemburg met het Bio-Network Oikopolis voortgezet en de eerste versie van het Handvest voor geassocieerde economie in Bio-handel geformuleerd. Deze overeenkomst werd op dezelfde dag ondertekend door ongeveer 50 actoren uit alle geledingen van de biodynamische keten. Zo heeft de Oikopolis-groep bijvoorbeeld al een bijdrage geleverd aan de implementatie en is zij met haar ‘fair and associative’ label een soort pionier van de zaak. De Sekem Groep is ook een pionier van een alomvattende associatieve aanpak, zoals op indrukwekkende wijze werd geïllustreerd in de openbare lezing van Helmy Abouleish. Het ontwerphandvest wordt nu verder uitgewerkt in de Landbouwsectie, zodat de vele associatieve benaderingen die in de biologisch-dynamische beweging bestaan, onder de paraplu van het handvest kunnen worden samengebracht om een solide netwerk te vormen.

Ueli Hurter en Jasmin Peschke

Afbeelding overgenomen van de vereniging voor associatieve economie: www.ae-vereniging.org

Het bericht Associatieve economie in de biologische handel verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Nieuwe revolutie https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/nieuwe-revolutie/ Thu, 21 Dec 2017 11:06:31 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1459 We weten het wel, maar hoe nu verder? Van: Gert Jan Jansen op 19 december 2017 Er wordt veel geschreven over ongelijkheid de laatste jaren. Boeken van Piketty en Bregman gaan als warme broodjes over de toonbank. We, de intellectuele belezen middenklasse, zo typeer ik mezelf dan maar, we zijn massaal verontwaardigd en praten over [...]

Het bericht Nieuwe revolutie verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
We weten het wel, maar hoe nu verder?

Van: Gert Jan Jansen op 19 december 2017

Er wordt veel geschreven over ongelijkheid de laatste jaren. Boeken van Piketty en Bregman gaan als warme broodjes over de toonbank. We, de intellectuele belezen middenklasse, zo typeer ik mezelf dan maar, we zijn massaal verontwaardigd en praten over onze nieuw verworven inzichten en getallen bij de koffie, op dagjes uit en in de kroeg. “Het” gaat niet goed, de verschillen tussen arm en rijk worden groter, de graaicultuur blijkt niet te stoppen, en ‘we’ hebben uiteindelijk niets te vertellen.

Gek eigenlijk. Voor iemand als ik die studeerde in de zeventiger jaren zijn deze inzichten helemaal niet nieuw. Ook toen maakten we ons boos over ongelijkheid, héél boos. We schreven, we demonstreerden, we organiseerden. Ondanks de toenmalige vloedgolf aan nieuwe studies en schrijvers was onze boosheid toen in feite gegrond op één allesoverheersende studie. Die van Karl Marx zoals uiteindelijk vastgelegd in ‘Das Kapital’ (1867). Vele studies waren aan de publicatie van dat boek voorafgegaan met als hoogtepunt ‘Het communistisch manifest’ dat hij schreef samen met Friedrich Engels in 1847/1848. En juist deze 2 boeken worden in de huidige publicaties amper meer genoemd.

Over lullen en doen

Wat Marx kenmerkte en hem doet verschillen van de hedendaagse schrijvers is dat hij behalve waarnemen en beschouwen ook analyseerde: hoe komt het dat die verschillen er zijn? Welke mechanismes liggen daar aan ten grondslag? Hoe kan het dat de geschiedenis zich zo voltrok? Hij noemde zijn methode van analyseren het Historisch materialisme en bedde die methode in in de gangbare filosofie van de dialectiek.

Kort gezegd, de mens in al zijn kortzichtig egoïsme is onderworpen aan wisselende krachten die hun uiteindelijke vertaling én verklaring vinden in bezit en financieel vermogen. Het bezit van grond, kapitaal en arbeid is de drijvende kracht in de maatschappelijke ontwikkeling. In het communistisch manifest formuleerden Marx en Engels een praktisch antwoord op de scheefgroei. Grond en kapitaal kunnen alleen tot waarde worden gebracht door arbeid, arbeid die door arbeiders geleverd moet worden. Hun antwoord was duidelijk: arbeiders aller landen verenig je en breek de macht van de eigenaren van grond en kapitaal. Zonder jullie arbeid hebben ze er niets aan. Een algemene werkstaking zou de kiem leggen voor andere verhoudingen waarbij zij die de arbeid leveren óók (mede)eigenaar van grond en kapitaal worden en meebeslissen hoe de samenleving vormgegeven wordt. Of (later) naar boeren vertaald: de grond aan hen die haar bewerken!

En dat is het tweede verschil met Piketty en Bregman. Waar deze schrijvers met voorstellen komen om de ongelijkheid te verminderen, zoals hogere belastingen voor de rijken of een basisinkomen voor iedereen, waren de voorstellen van Marx en Engels gefundeerd in een sociale beweging van mensen. De toenmalige kroegpraat ging niet over de analyse als zodanig of over het zoveelste voorbeeld van uitbuiting, hoe pakkend ook beschreven. Het gesprek was in de eerste plaats een gesprek over strategie: hoe kunnen we de macht van die eigenaren van grond en kapitaal breken? De macht van de textiel en staalbaronnen, van de opperrechters en leidende politici die elke keer weer hun kant kiezen, hoe krijgen we die grootgrondbezitters koest? Over die vragen werden internationale congressen georganiseerd en beloofden de arbeiders en hun vertegenwoordigers elkaar onderling solidair te zijn in hun strijd voor emancipatie.

En toen werd het 1914

En toen kwam de eerste wereldoorlog. Duitse kapitaalsbelangen stonden tegenover die van Engeland en Frankrijk. Dit was geen oorlog van de gewone man en toch, en tóch koos de Duitse arbeider in meerderheid voor zijn elite en de oorlogshitsers in zijn regering. En de Franse en Engelse arbeiders deden hetzelfde met hun regering. Daar, op dat Brusselse congres van de Tweede Internationale in 1914 brak de macht van de internationale arbeidersklasse en stierf het communistisch manifest een roemloze dood. ‘Arbeid’ was niet in staat gebleken ‘grond’ en ‘kapitaal’ in toom te houden, laat staan te breken. En de arbeiders stierven met miljoenen in de Vlaamse loopgraven.

En toen werd het 1968

Wat heeft dat jaartal een magische klank, 1968. “Toen” werd alles anders en kwam de jeugd in opstand tegen de heersende machtsverhoudingen. Een veelkleurige beweging ontstond en ontwikkelde zich tot halverwege de zeventiger jaren, toen het politieke appèl verstomde en nogmaals bleek dat de macht van grond en kapitaal niet waren gebroken. En iedereen reageerde daar op zijn eigen manier op. De één trok zich terug in hippieachtige gemeenschappen, de ander begon aan ‘een lange mars door de instituties’, weer een ander legde het hoofd in de schoot en accepteerde uiteindelijk de voordelen van zijn afkomst en opleiding. Kijk maar om je heen en spreek mijn generatie aan: waar was je in 1973? Wat deed je om de ongelijkheid te keren? Hoe gaf je in je leven vorm aan je ideeën van toen? Of anders gezegd: hoe heb je de nederlaag van de zeventiger jaren verwerkt? Áls je al op de hoogte was van die van 1914?

En nu?

De ‘oplossingen’ van 1973 zijn nu nog steeds te zien. Grote groepen mensen dromen weg in zelfvoorzienende gemeenschappen, met, natuurlijk, ecologische permacultuur, voedselbossen, alternatieve geneeswijzen en therapieën. Zij doen niet meer mee aan het debat en het zal hun in meerderheid worst wezen wat ‘de politiek’ zegt over inkomensongelijkheid of over immigranten. Hier en daar klinken klokkenluiders die in gevestigde organisaties wel degelijk hun stem laten horen. Maar aan de andere kant bloeien de studentencorpora als nooit te voren en maakt een hele generatie jonge kakkertjes zich op om de macht van hun ouders over te nemen. Zonder besef van historie en van de elke keer weer verloren strijd om gelijkheid, waardigheid en fatsoen.

Escapes

In de strijd om de macht in de zeventiger jaren waren er 2 oplossingen die én je progressieve imago op peil hielden én je verlosten van radicale keuzes voor jezelf. En dat waren de Derde Wereld en het milieu. Want laten we wel wezen, de ideologische macht van de ‘zestiger jaren’ was groot! Iedereen, tot in de top van het bedrijfsleven toe, wilde zich wel ‘bewust’ tonen, domweg eigen belang was geen optie. De schaamteloze manier waarop nu een partij als de VVD zich keert tegen nivellering was toen ondenkbaar (de schaamteloze manier waarop de PvdA zich bij het gebrek aan nivellering neerlegt trouwens ook).

Welnu, de Derde Wereldbeweging bleek een prachtig perspectief: dan stond je aan de goede kant! Gaandeweg werden de politieke broeinesten van Wereldwinkels zo tot brave winkeltjes met snuisterijen uit de derde wereld. Wordt daar de strijd gevoed tegen sweatshops, tegen de massale diefstal van grond door het westerse en Chinese bedrijfsleven? Wordt je daar geïnformeerd over hoe klimaatsverandering de positie van met name de armste landen bedreigt? Nee, meestal niet, maar je kunt in de onlangs gerestylede winkels wél mooie sierraden kopen voor je vriend(in). Da’s ook wat waard. Massa’s mensen hebben zich intussen gestort op privé hulpprojecten in de derde wereld en zelfs kom je nog ouderwetse ‘ontwikkelingswerkers’ tegen. Deze groep verenigde als geen ander het nuttige met het aangename: hoge inkomens, mooie huizen en een progressief blazoen. Wat wil je meer?

Ben ik nu te ongenuanceerd? Ongetwijfeld. En ik wil helemaal niet het nut van allerlei initiatieven en persoonlijke keuzes daarbij belachelijk maken. Wat ik hekel is het veelal totale gebrek aan analyse. Het werk of de initiatieven staan niet in een strategische visie op het realiseren van nivellering en gelijkheid. Laat staan dat ze deel uitmaken van een breed gedragen sociale beweging die daar op uit is en de oude strijd tegen de machten van grond en kapitaal nieuwe vormen en inhoud geven. Nog sterker zie je dat in de milieubeweging.

Technologische innovaties

De milieubeweging in haar volle breedte van ecologische landbouw tot windmolens is misschien wel het belangrijkste alternatief voor het politieke activisme van de zeventiger jaren gebleken. Kenmerkend is de veelal technologische benadering: andere landbouwtechniek, andere energieopwekking, ander voedselbereiding, andere landschapsinrichting, etc. Hoewel in wezen inderdaad alternatief gaan de oplossingen veelal voorbij aan de hamvraag; wie heeft de macht, wie beslist, wie profiteert ervan?

Onbedoeld vallen veel initiatieven in dezelfde valkuilen die de oude economie zo kenmerken. De biologische landbouw, ooit getypeerd als alternatieve landbouw, is in een proces van schaalvergroting terecht gekomen waardoor ze zich organisatorisch en maatschappelijk in niets meer onderscheidt van de gangbare landbouw, behalve dan in het niet gebruiken van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Ook in deze sector vallen de kleine boeren nu af. De handel in biologische producten is al veel langer onderdeel van de gangbare economie en heeft niets met ecological footprints, verpakkingsnormen of voedselkilometers. Eén bezoek aan een beurs voor bio producten leert je dat. De vegetarische slager zegt openlijk de grootste van Europa te willen worden. Waarom in godsnaam? Wat bezielt je als je dit soort doelen nastreeft? (Terwijl je inmiddels ex- vrouw als leidster van de Partij voor de Dieren economische groei als oorzaak van ontwrichte samenleving ziet).

Ook de energiepolitiek rondom windmolens en zonnenergie kenmerkt zich door grootschaligheid en het minder rendabel maken van kleinschalige opwekking. Jarenlang is er gevochten voor meer natuur en ecologisering van het landschap. En vervolgens wordt deze natuur tot doelwit gemaakt van toerisme en commerciële exploitatie. En wat doen toch steeds die Jan Terlouw en Herman Wijffels op allerlei bijeenkomsten van Transition Town tot het Platform voor een Duurzame en Sociale Economie? Bij uitstek exponenten van die oude economie! Kortom: wat zo mooi alternatief leek is allang weer ingebed in de wetmatigheden van de oude economie waarin de eigenaren van grond en kapitaal het voor het zeggen hebben.

Er is méér nodig dan een mooi verhaal, techniek en technologische vernieuwing om het doel van een voor iedereen duurzame samenleving te bereiken.

Durf te kiezen

Er is een enorme weerzin tegen wat meer fundamentele analyses. Ook tegen mijn verhaal zal van alles in stelling gebracht worden. Wie heeft het nu nog over Marx? Ben je echt zo ouderwets? Marx ging toch volledig voorbij aan de psychologische component in veranderingsprocessen? En wat zeur je nou over grond, arbeid en kapitaal. Verouderde begrippen die allang niet meer de lading van de maatschappelijke ontwikkeling dekken. Waar laat je natuur en een holistische maatschappij visie, om er een paar te noemen.

Maar ondertussen gaat de uitbuiting door. Hier in het westen mogen de harde kanten van het kapitalisme er dan wel afgevijld zijn, de echte uitbuiting, dat wil zeggen de basis voor de winst van veel westerse bedrijven, heeft zich verplaatst naar de Derde Wereld waarin in sweatshops en houtkapbedrijven, in mijnen en in de landbouw onnoemlijk wordt geleden. Je kunt en mag je ogen daar niet voor sluiten in ruil voor milieuvriendelijke en ideologisch goed klinkende technologieën en verhalen. En bovendien, zo goed gaat het hier nu ook weer niet als je geen baan, geen huis en geen goede scholing hebt, als je op één of andere manier buiten de main stream staat.

Die oude tegenstelling tussen arbeid aan de ene kant en grond en kapitaal aan de andere kant staat nog steeds levensecht overeind. In de Derde Wereld, en in Nederland.

Barstjes in het systeem

Tot 1914 geloofde de georganiseerde arbeidersklasse in meerderheid in een omverwerping van het kapitalistisch systeem als zodanig. Ze wilde de macht overnemen en daarna een nieuwe en rechtvaardige samenleving inrichten. In de zeventiger jaren dachten velen (van ons) dat stiekem ook, waar zou al die ‘bewustwording’ immers uiteindelijk anders op gericht moeten worden? Die onderliggende houding leidde er o.a. toe dat deze beweging in grote meerderheid heel lang heel tolerant bleef staan t.o.v. de grote maatschappelijke experimenten in Rusland, China en hun vazalstaten. Tot op zeer grote hoogte werden de ogen gesloten voor de evidente tragedies die zich daar afspeelden. Maar ook langs deze weg bleek het overduidelijk niet mogelijk de macht van het westerse kapitaal te breken.

En nu? We zien een volledig ontmantelde politieke beweging. Waar moet je nog in geloven, waarvoor kun je nog écht gaan? Ook de sociaal democratie is immers niet in staat gebleken fundamenteel aan de wortels van de macht te knabbelen. Sterker, het was de PvdA die middels Wouter Bos de banken redde na hun wanbeleid, en verzuimde ze echt aan banden te leggen. Om maar een voorbeeld te noemen. De huidige sociaal democratie is net als de christen democratie de beste verdediger van het heersende economische systeem en het daar van afgeleide maatschappelijk bestel. Geen twijfel over mogelijk!

Als dat systeem in de knel komt ben je als simpele arme ziel doodgewoon de pineut en wordt je als vreemdeling zonder verblijfsvergunning voor dat je het weet tot illegaal mens en onwettig verklaard. Om nog maar een voorbeeld te noemen. De kleinere linkse partijen schitteren door afwezigheid (SP) en in ijdelheid geboren coquetterie met ‘grote’ denkers (GL). Maar er gebeurt zo weinig. Het initiatief ligt volledig bij rechts.

De naoorlogse geschiedenis laat overigens zien, dat welke stroming er ook aan de politieke macht is het systeem als zodanig er niet door aan het wankelen wordt gebracht. Ook onder links lijden de zwakken en vinden er geen fundamentele wijzigingen plaats in de macht van grond en kapitaal. (Saillant detail: het was de overheid zelf die volop ging mee speculeren op grond!).

De vraag is dus of het strategisch verantwoord is om je schaarse tijd en energie te steken in het mogelijkerwijs veroveren van meer politieke invloed. Moeten we massaal de politieke partijen in? Mijn antwoord is een overduidelijk nee. Zolang het de progressieve partijen ontbreekt aan een duidelijke visie op het terugdringen van de macht van ‘kapitaal’ en ‘grond’ en zich onvoldoende binden aan de positie en de belangen van ‘arbeid’ (bijvoorbeeld door stiekem toch mee te gaan in de doorgaande flexibilisering ervan) heeft het geen zin je daar aan te verbinden. Deze organisaties zullen hun positie en mening alleen maar op grond van concrete maatschappelijke ontwikkelingen aanpassen. En die maatschappelijke ontwikkeling kun je zelf vorm geven!

Mijn antwoord is dat je concreet inhoud moet geven aan je visie in de praktijk van alledag. Geef het alternatief vorm, binnen je mogelijkheden. En verbind je met andere dergelijke initiatieven. In mijn eigen Hof van Twello probeer ik dat te doen en kom daarin zeker een heel eind: de ontkoppeling zet op veel fronten door. We zijn al met al een kleine barst in het systeem. En kleine barstjes samen kunnen een breuk vormen. Daar gaan wij voor.

Compromisloos

Wil een barst kunnen uitgroeien tot een breuk dan zal ze compromisloos moeten worden vormgegeven. Dat is de crux, inderdaad, de kern, de moeilijkheid en het struikelblok. De meeste initiatieven ontstaan in afhankelijkheid van de overheid middels subsidies of faciliteiten. Wat dat betreft staat de ‘repressieve tolerantie’ van Herbert Marcuse nog huizenhoog overeind: je mag van alles zolang je het systeem zelf maar niet aantast. Iets wat Urgenda zo duidelijk laat zien bijvoorbeeld. Zo lang we niet inzien dat die afhankelijkheid de echte bedreiging is voor het alternatief zal er van een werkelijke verbinding geen sprake zijn, immers waarom zou je? Alleen in het besef dat je een hele sterke vijand hebt die als je niet uitkijkt tot in al je vezels doordringt, pas dan zal echte verbinding tot stand komen. Niet meer omdat het zo leuk is maar omdat het moet! Dat kunnen we dan nog wel weer leren van de Internationales uit de 19e eeuw.

Gert Jan Jansen

Auteur van Kleinschaligheid als alternatief. Nieuwe Meentes in een nieuwe economie. Jan van Arkel/Hof van Twello, 2014

Creative Commons-Licentie

Dit werk valt onder een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 4.0 Internationaal-licentie.

Het bericht Nieuwe revolutie verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Landbouw en economie https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/landbouw-en-economie/ Thu, 21 Dec 2017 10:25:54 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1456 Inleiding door Johan de Schacht Wie bij het landbouwleven nog denkt aan een familiale onderneming, een gemengd bedrijf waar men samen met heel veel zorg plant en dier benadert, moet toch maar eens het weekblad  Landbouwleven doorbladeren. Dit weekblad voor de Vlaamse landbouwer, gelezen door ongeveer 25000 landbouwers, ziet het ‘realistischer’. Volledig in de lijn [...]

Het bericht Landbouw en economie verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Inleiding door Johan de Schacht

Wie bij het landbouwleven nog denkt aan een familiale onderneming, een gemengd bedrijf waar men samen met heel veel zorg plant en dier benadert, moet toch maar eens het weekblad  Landbouwleven doorbladeren. Dit weekblad voor de Vlaamse landbouwer, gelezen door ongeveer 25000 landbouwers, ziet het ‘realistischer’. Volledig in de lijn met de rotsvaste overtuiging van de voorzitter van de Boerenbond die steevast elke openbare tussenkomst begint met “Laat daar geen misverstand rond bestaan, dames en heren, landbouw  is economie” of met het credo van onze minister-president, tevens minister van landbouw: “Groen is goed als het opbrengt”, kan er maar één uitgangspunt zijn: alles voor de rentabiliteit. Dit vertaalt zich in wekelijkse beschouwingen over groeicijfers, efficiëntie door automatisering, robotisering, spitstechnologie voor steeds zwaardere tractoren, productiezekerheid door onvoorstelbaar veel soorten herbiciden en pesticiden etc. Niet te vergeten de talloze mogelijkheden voor subsidies en premies. Toch vreemd, steevast verkondigen dat het in deze sector om economie draait en die in stand houden met belastinggeld van de burger. Een gezonde economie kan dit toch niet zijn! Of is er meer aan de hand?

Toespraak door Luuk Humblet voor klanten van de Blauwe Bloem in Gent op 29 april 2012

Het is beslist niet overdreven als we stellen dat Rudolf Steiner  de grondlegger is geweest van de biologische landbouw in de moderne betekenis van dit begrip. Immers al in 1922 begon hij samen met zijn medewerkers Ehrenfried Pfeiffer  en Günther Wachsmuth  in Dornach te experimenteren met plantaardige en dierlijke preparaten die de bodemvruchtbaarheid en de levenskwaliteit van de landbouwgewassen konden ondersteunen zonder beroep te hoeven doen op kunstmatige bemesting en bestrijding met chemische middelen. In juni 1924 was het dan zover dat Steiner voor het eerst een echte cursus voor landbouwers  kon geven. In Kobiercyze (nu in Polen, toen in Duitsland gelegen en ‘Koberwitz’ genoemd) had graaf Keyserlingk zijn huis en landgoed een week lang voor die cursus ter beschikking gesteld.

Het is natuurlijk opmerkelijk dat een geesteswetenschapper en ingewijde voordrachten ging houden over akkerbouw, veeteelt en bemesting. Rudolf Steiner bleek echter ook op dit gebied (zoals op zoveel andere) niet alleen over diepgaande inzichten, maar ook over een heel praktische kennis te beschikken. De cursus die uit acht voordrachten en vragen-beantwoordingen bestond, kwam in boekvorm beschikbaar onder de lange titel ‘Geesteswetenschappelijke Grondslagen voor een Vruchtbare Ontwikkeling van de Landbouw’. Hij werd in antroposofische kringen natuurlijk al snel de landbouwcursus  genoemd.

Omwille van zijn organische én kosmische karakter kreeg deze landbouwmethode later de officiële benaming biologisch-dynamische landbouw, soms afgekort tot biodynamische landbouw of tot BD-landbouw. Deze landbouwmethode berust op specifieke principes en praktijken, waarvan de belangrijkste ongetwijfeld de organische bedrijfsindividualiteit  is. Wat is dat voor een principe? Het houdt in dat ieder landbouwbedrijf een unieke compositie heeft, samengesteld is uit diverse ‘organen’ die elkaar ondersteunen; dieren, akkers met gewassen, fruit- en andere bomen, hagen, bijen, weilanden. Daarbij wordt ernaar gestreefd om zoveel mogelijk in ‘gesloten’ kringlopen te werken: het veevoer wordt op het bedrijf zelf geteeld en de mest die dat vee produceert, wordt samen met ander organisch afval op het bedrijf gecomposteerd en vervolgens weer aan het land teruggegeven. Steiner benadrukte in zijn landbouwcursus dat hoe meer ‘vreemd materiaal’ er op een landbouwbedrijf van buitenaf wordt aangevoerd, hoe groter de kans is dat allerhande plagen en ziektes optreden.

Bij de biologisch-dynamische landbouw gaat het dus om veel méér dan gewoon geen vergif of chemische meststoffen gebruiken. Het gaat om het gezond maken van de inmiddels zwaar zieke aarde, door haar samenhang met de kosmos weer te herstellen en te onderhouden. Pakt de boer dat op een geïnspireerde manier en met zelf verworven vakkennis aan, dan worden kunstmest en bestrijdingsmiddelen vanzelf overbodig.

Na Steiner’s dood ging men de principes van de BD-landbouw op veel plaatsen in praktijk brengen. Zo is het bedrijf Loverendale – Ter Linde  in Oostkapelle, waar wij onze appels, aardappels en andere vruchten en groenten vandaan halen, al sinds 1926 ononderbroken werkzaam volgens de biologisch-dynamische werkwijze. Het aantal BD-landbouwbedrijven bleef echter toch nog lange tijd relatief gering.

Pas vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw begon de biologische landbouw, in de natijd van de ‘flower-power’-beweging, populair te worden, en na een lange aanlooptijd begint nu deze beweging steeds meer in een stroomversnelling terecht te komen. Alleen worden daarbij in vergelijking met de oer-biologische werkwijze (zoals ik de biologisch-dynamische zou willen noemen) in de meeste gevallen essentiële elementen weggelaten. Vooral het beginsel van de bedrijfsindividualiteit krijgt vaak geen of nauwelijks aandacht.

Veel van wat vandaag biologische landbouw wordt genoemd, zou dan ook eigenlijk beter ‘gangbare landbouw met biologische middelen’ heten. Maar ik wil daar beslist ook niet fanatiek in zijn en beweren dat alle biologisch-dynamische bedrijven superieur en alle biologische bedrijven inferieur zijn; daar zou ik veel mensen mee tekort doen! In de praktijk is het eerder zo dat een goed verzorgd biologisch bedrijf meer waard is dan een slecht verzorgd biologisch-dynamisch bedrijf.

Even terug naar 1924. Zoals gezegd was het in Koberwitz de eerste keer dat Rudolf Steiner zijn landbouwcursus gaf en hij maakte daarbij vanaf het begin ook duidelijk dat de leergang nog onvolkomen en onvolledig zou zijn. Op enkele vragen die hem werden gesteld, kon hij op dat moment nog niet meer dan een richting aangeven waarin het antwoord gezocht moest worden, en eraan toevoegen: “Dat moet nog nader in de praktijk onderzocht worden.”

Ondanks dit wat onvolledige karakter van de cursus was Steiner erg blij met de kans die hem was geboden om deze eerste aanzet te geven. Tijdens de terugreis naar Dornach zei hij in de trein tegen zijn medewerker Günther Wachsmuth: “Nu hebben we ook dit belangrijke werk tot stand gebracht!” Hij hechtte aan dit pionierswerk een uitermate grote betekenis en dat is ook best te begrijpen, als we bedenken dat volwaardig menselijk voedsel alleen uit een gezonde landbouw kan komen en dat dit voedsel de grondslag vormt van ons leven. Hoewel deze uitspraak voor de meeste mensen misschien vanzelfsprekend lijkt, reikt de betekenis ervan veel verder dan ze zich meestal realiseren.

 

Ik geef een wat tragisch voorbeeld. Veel jonge kinderen krijgen tegenwoordig het stempel ADHD  opgedrukt; vroeger sprak met gewoon van onrustige of overbeweeglijke kinderen. Om die onrust, waar vooral de leerkrachten in de scholen niet goed mee uit de voeten kunnen, te temperen, geeft men die kinderen pillen. Dat is een uiterst twijfelachtige aangelegenheid. Chronisch geslikte medicijnen die gedragsveranderingen bewerkstelligen (zoals antidepressiva), behoren tot de allergevaarlijkste; ze veroorzaken op lange termijn vaak degeneratieve ziekten.

Die kinderen hebben iets heel anders nodig. De behandeling van ADHD vraagt enerzijds om pedagogische maatregelen: ritmische, rustbevorderende taken en oefeningen, en specifieke rollen in toneelspel bijvoorbeeld. En daarnaast is een goede ondersteuning nodig in de vorm van gezond, evenwichtig en volwaardig voedsel. Junkfood e.d. voldoen daar op geen enkele manier aan. Door de extreem onevenwichtige samenstelling van o.a. de eiwitstructuren in dit zogenaamde voedsel heeft het lichaam voortdurend tekort aan essentiële aminozuren en reageert daarop met hongergevoel. Het kind moet dus drie tot vier keer teveel eten om een verzadigd gevoel te krijgen, terwijl zijn lever, nieren en ingewanden overbelast raken door overmatige en overbodige voedingsstoffen. Je zou van minder ongedurig worden…(1)

Maar dat is nog niet alles. Toen aan Steiner een keer de vraag werd voorgelegd hoe het toch komt dat zo weinig mensen belangstelling voor spirituele zaken op kunnen brengen, gaf deze het verrassende antwoord: “Dat is een kwestie van voedselkwaliteit”. Zonder gezond voedsel, dat afkomstig is van een gezonde bodem waarin heilzame kosmische krachten werkzaam zijn, ondermijnen wij niet alleen onze stoffelijke gezondheid, maar gaat ook onze geestelijke ontwikkeling teloor.

Ik lees jullie nu een fragment voor uit het begin van de eerste voordracht van de landbouwcursus. Eerst kun je daarin lezen hoe Rudolf Steiner buitengewoon uitvoerig graaf Keyserlingk en zijn gezin bedankt voor de gastvrijheid die de deelnemers aan de cursus in de komende week zullen genieten. Maar dan verandert plotseling de toon en zet Rudolf Steiner bij wijze van inleiding een paar ernstige, belangrijke stellingen neer. (De citaten in het volgende stukje zijn enigszins ingekort.)

Als eerste is daar de uitspraak die we in onze groene winkelfolder hebben overgenomen: “Juist de landbouw is op ernstige wijze aangetast door de moderne geestesgesteldheid, die vooral met betrekking tot het economische leven vernielende vormen heeft aangenomen. Het afbrekende karakter daarvan wordt door veel mensen nog maar nauwelijks beseft. Het lag in de bedoeling om hier tegenin te gaan door zakelijk opgezette ondernemingen, in het leven geroepen door economen en zakenlieden. Het is echter niet gelukt om datgene wat in de intentie lag, alzijdig te verwerkelijken. Er zijn in onze tijd teveel tegenkrachten werkzaam om begrip voor zoiets mogelijk te maken en daardoor is zelfs het alleroorspronkelijkste nog niet ter sprake gekomen.” Met dat laatste doelde Steiner op een poging tot associatievorming van verschillende bedrijven: Der kommende Tag.  Die poging leed schipbreuk door de moeilijke financiële positie waarin Duitsland na de eerste wereldoorlog terecht kwam.

Ik citeer nu verder Steiner. Wat hij stelt in het volgende, staat in de meest krasse tegenstelling tot wat Johan ons daarnet heeft verteld over de teneur in het blad Landbouwleven: “Er zijn tegenwoordig allerhande publicaties die de landbouw vanuit economisch gezichtspunt behandelen, die erover gaan hoe men economische ideeën moet toepassen op de landbouw. Dat is pure nonsens. Over landbouwvraagstukken, ook wat de sociale implicaties ervan betreft, kan men slechts spreken als men werkelijk weet wat verbouw van bieten, van aardappelen, van granen betekent. De economische principes moeten uit de zaak zelf voortkomen en niet uit willekeurige theorieën. Studenten die aan de universiteit colleges hebben gelopen over economie met betrekking tot de landbouw, denken dat de zaak er voorstaat zoals zij dat geleerd hebben. Dat is niet het geval; elk gepraat over economie dat niet voortkomt uit de praktijk van de landbouw zelf, zou moeten ophouden.”

Als je dit leest, zou je bijna denken dat Steiner tegen economie was. Maar dat kan natuurlijk niet en het wordt ook weerlegd door het feit dat hij bijna twee jaar vóór de landbouwcursus op vraag van studenten in Dornach ook een cursus economie heeft gedoceerd, die bestond uit veertien voordrachten en zes vragenbeantwoordingen.(2) Maar daar ging het dan ook om een heel andere, een heel nieuwe en nog te ontwikkelen vorm van economie: de associatieve economie. Die sluit wél op de juiste wijze bij de landbouw zonder deze geweld aan te doen.

De biologisch-dynamische landbouw heeft wereldwijd nog lang niet genoeg armslag ontwikkeld; met de associatieve economie is dat nog veel minder het geval. Onze hopeloos achterhaalde en verouderde maatschappijstructuren hebben tot op heden elke toepassing ervan op grote of middelgrote schaal onmogelijk gemaakt. Maar in de voorbije tientallen jaren zijn er vanuit inzichten wel degelijk diverse pogingen ondernomen om althans een aantal elementen uit de associatieve visie op economie op zo’n manier vruchtbaar te maken, dat een gezonde landbouw daarin een zekere ondersteuning kan vinden. Ik zie zelf drie pogingen die structureel vorm gekregen hebben en die wil ik nu in het laatste deel van mijn praatje wat nader toelichten.

Een eerste vorm (die eigenlijk het laatst ontstaan is) is het groente-/fruitabonnement. Dat is een jaar of vijfentwintig jaar geleden ontwikkeld als een soort noodgreep om te ontkomen aan de prijsdruk die in de handelsverhoudingen van de vrije markt op de boeren wordt uitgeoefend. Om hun een redelijke prijs voor hun producten en daarmee een zekere inkomensgarantie te kunnen bieden, worden standaardpakketten aan vaste prijzen aan de consumenten aangeboden. Soms gebeurt dat via de handel, soms rechtstreeks van producent naar consument.

Het grote voordeel van deze werkwijze is uiteraard zijn eenvoud en het abonnement heeft zich in een enorme populariteit mogen verheugen. Overigens speelt de originele doelstelling daarbij vaak geen rol meer; een succesverhaal wordt nu eenmaal graag gekopieerd. Van een echt overleg tussen producent, consument en eventueel tussenhandelaar is meestal geen sprake, de betrokkenheid en verantwoordelijkheid over en weer zijn navenant gering tot onbestaande. Omdat de consument-abonnee over het algemeen geen inspraak heeft in de samenstelling van het pakket, is er geen even-wichtige verhouding tussen de inbreng van consument en producent. Als de consument op de koop toe wil nemen dat de inhoud van het standaardpakket niet (altijd) strookt met zijn individuele behoeften, kan het in bepaalde omstandigheden de aangewezen vorm zijn.

Veel eerder al kwam in Noord-Duitsland kort na de tweede wereldoorlog, toen er gebrek was aan handelskanalen, het principe van het CSA-bedrijf tot ontwikkeling. CSA is de engelse afkorting van ‘Community Supported Agriculture’. Deze werkvorm heeft zich aanvankelijk in Europa niet doorgezet; hij is overgebracht naar Noord-Amerika en daar zeer succesvol geworden. Zo’n jaar of vijftien geleden waaide het weer terug naar deze kant van de oceaan. Het karakteristieke aan zo’n landbouwbedrijf (bij ons ook wel een Pergola-bedrijf  genoemd) is dat er zich een groep consumenten omheen scharen die het geheel financieel mogelijk maken. Dat maakt de inslag van het associatieve principe al sterker.

Soms is de werkwijze van het Pergola-bedrijf gekoppeld aan dat van de standaardpakketten, soms aan het principe van zelfoogst door de consumenten. In ieder geval is de verhouding tussen de inbreng van de betrokken consumenten en producenten hier doorgaans veel evenwichtiger dan bij het abonnement. Autonome handel is er meestal niet mee gemoeid.

 

De derde werkwijze om associatieve economie met biologisch-dynamische landbouw te verbinden is in feite de oudste, want er zijn al in de tijd van Steiner, na de eerste wereldoorlog pogingen toe ondernomen. Dat is de manier die we al meer dan vierentwintig jaar(3) in De Blauwe Bloem in praktijk proberen te brengen: het associatieve overleg  waarin alle drie de betrokken partijen: consumenten, handelaren en producenten gelijkwaardig vertegenwoordigd zijn. Het is dan ook de moeilijkste vorm om te realiseren, maar hij zal in de toekomst hard nodig zijn om garanties te bieden voor een door en door gezonde landbouw en daarmee ook voor echt volwaardig, gezond voedsel.

(1) Deze gegevens zijn ontleend aan een artikel van Roelf Havinga ‘Het Belang van Evenwichtige Voeding (Eiwitten en Mineralen)’, gepubliceerd  in Dynamisch Perspectief  nr. 2003-3.

(2) In het voorjaar van 2016 is deze economische cursus door uitgeverij Nearchus opnieuw uitgegeven onder de titel ‘Economie – de wereld als één economie’, dertig jaar nadat uitgeverij Hesperia een tweetalige uitgave (Duits-Nederlands) had uitgebracht.

(3) Inmiddels bijna dertig jaar (toespraak gehouden in 2012).

Het bericht Landbouw en economie verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Biologisch in de gevarenzone https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/biologisch-in-de-gevarenzone/ Thu, 21 Dec 2017 10:08:43 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1452 Luuk Humblet, samen met Mia Stockman winkelier in de Blauwe Bloem in Gent, vergelijkt de gangbare landbouw met de gangbare economie. De Biologische landbouw heeft ook een andere economie nodig. Dit artikel is een korte weergave van een uiteenzetting die Luuk en Mia in februari 2017 hebben gehouden voor vrijwillige medewerkers van de Viadagio Floating [...]

Het bericht Biologisch in de gevarenzone verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Luuk Humblet, samen met Mia Stockman winkelier in de Blauwe Bloem in Gent, vergelijkt de gangbare landbouw met de gangbare economie. De Biologische landbouw heeft ook een andere economie nodig. Dit artikel is een korte weergave van een uiteenzetting die Luuk en Mia in februari 2017 hebben gehouden voor vrijwillige medewerkers van de Viadagio Floating Market ter gelegenheid van Belmundo in Gent.

Tekst: Luuk Humblet

Er zijn niet zo heel veel mensen die zoals wij meer dan veertig jaar ervaring hebben opgedaan met de handel in biologische levensmiddelen. Als we nu op dit lange tijdvak terugblikken, dan roept dat toch wel enigszins gemengde gevoelens op. De kwantiteit aan biologische levensmiddelen en de mogelijkheden om ze je aan te schaffen, zijn gigantisch toegenomen. Waar het echter de evolutie van de kwaliteit betreft, hebben we een aantal bedenkingen. Daarmee bedoelen we geenszins dat het concept ‘biologisch’ niet deugt of in waarde is gedaald. Maar er zijn vooral de laatste vijftien jaar een aantal ‘donkere randfenomenen’ opgedoken: er is een soort ‘grijze zone’ ontstaan waarin we producten aantreffen die wel het Europese biolabel voeren maar waar je om diverse redenen vraagtekens bij moet zetten.

Zo vind je op de markt inferieure producten die samengesteld zijn uit ingrediënten van biologische oorsprong, maar die niets voorstellen, bijvoorbeeld ‘vruchtensappen’ die in werkelijkheid bestaan uit suikerwater met een smaakje. Andere gelabelde producten blijken in twijfelachtige of mensonwaardige omstandigheden te worden vervaardigd, zoals bijvoorbeeld enkele jaren geleden één van onze klanten aan den lijve heeft ondervonden in een Spaanse fabriek waar biologische tomaten worden ingemaakt. Ook is er in de biologische veeteelt niet steeds de aandacht voor het dierenwelzijn die je idealiter zou wensen, zoals bijvoorbeeld uit het onthoornen van koeien blijkt. Het gebruik van genetisch gemanipuleerde planten en dieren is weliswaar in de biologische landbouw niet toegelaten, maar er wordt wel veelvuldig gebruik gemaakt van hybride, niet-zaadvaste plantenrassen die grotere opbrengsten hebben maar aantoonbaar minder vitaal zijn. Ook wordt bij de verwerking van biologische producten het gebruik van een aantal additieven toegelaten die lang niet allemaal onschuldig blijken te zijn. Op al deze punten scoort Demeter althans gemiddeld veel beter.

Hoe komt dat nu? Laten we het kort en direct formuleren: de overgang van chemische naar biologische landbouw had gelijk op moeten gaan met een overgang van vrijemarkteconomie naar associatieve economie. In het onderstaande schema hebben we geprobeerd één en ander samen te vatten.

Er valt een opmerkelijk parallellisme te ontdekken tussen wat zich in de chemische landbouw en in de hedendaagse vrijemarkteconomie afspeelt. Het winstbejag, het streven naar persoonlijk gewin dat ondernemers ertoe aanzet zoveel mogelijk te produceren en aan de man te brengen, speelt in de economie net zo’n ‘procesopjagende’ rol als kunstmest in de landbouw. Zowel de chemische landbouw als de vrijemarkteconomie werken met een strijdmodel: in de landbouw tussen mens en natuur, in de economie tussen mensen onderling.

De transitie van chemische naar biologische landbouw is, hoewel nog voor veel mensen allesbehalve vanzelfsprekend, in principe gemaakt. Maar zoals gezegd is de transitie van vrijemarkt- naar associatieve economie vooralsnog niet mee voltrokken. Bijgevolg raakt de groeiende biologische landbouw steeds meer verknoopt met de vrijemarkteconomie. De ongeschiktheid van deze combinatie is al honderden malen (onder andere maar zeker niet alleen door boeren) aan de kaak gesteld. Het is overduidelijk dat de door concurrentie veroorzaakte neerwaartse prijsdruk het de boeren onmogelijk maakt hoogwaardige, kwaliteitsvolle voedingsgewassen te telen en op een milieuvriendelijke en respectvolle manier dieren te fokken. Deze tendens is inmiddels ook in de biologische landbouw al sterk merkbaar.

“Economisch niet haalbaar”, zo klinkt het dan meestal. In de vrijemarkteconomie niet, nee. Maar dat betekent niet dat het niet gaat, het bewijst alleen dat de transitie naar de associatieve economie noodzakelijk is. Laat ons er samen hard aan werken!

Het bericht Biologisch in de gevarenzone verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Leven doorgeven 1 https://bdvereniging.nl/bdlandbouw/leven-doorgeven-1/ Mon, 11 Dec 2017 15:26:15 +0000 http://bdvereniging.nl/?p=1432 Winterconferentie 2018 Leven Doorgeven – Landbouw als inspiratie voor de samenleving Humus kan je beschrijven als volledig verteerd organisch materiaal dat door het bodemleven in hechte verbinding is gebracht met het minerale van de bodem: een nieuwe eenheid die planten geeft wat ze nodig hebben zonder iets op te dringen. Ga je op zoek gaat [...]

Het bericht Leven doorgeven 1 verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>
Winterconferentie 2018

Leven Doorgeven – Landbouw als inspiratie voor de samenleving

Humus kan je beschrijven als volledig verteerd organisch materiaal dat door het bodemleven in hechte verbinding is gebracht met het minerale van de bodem: een nieuwe eenheid die planten geeft wat ze nodig hebben zonder iets op te dringen.

Ga je op zoek gaat naar de ‘humus’ in je zelf, dan kan je uitkomen op de doorleefde kennis en ervaring die je in je werk hebt opgedaan. Met je gevoelens als bodemleven verbindt je die ervaring aan je eigen idealen. Dan groeit je authenticiteit. Die zet je bij je werk in. Je neemt beslissingen die verbonden zijn met zowel de eigenheid van de koeien, de grond, je medewerkers, als met jezelf. Zonder iets op te dringen.

De moderne landbouwpraktijk heeft moeite om het humusgehalte op pijl te houden. In de samenleving zien we regelgeving, protocollen, wetenschappelijke opvattingen. Die laten steeds minder ruimte voor het inbrengen van jouw authenticiteit. In je eigen ‘humus’ kan je de zekerheid vinden dat wel te doen.

Hoe zal het zijn als we er in slagen successen uit de landbouw naar de samenleving te vertalen? Op wat voor samenleven en samenwerken kom je dan uit? Waar zit de compostering en humusopbouw in sociale, culturele en economische verhoudingen? Hoe inspireert het leren kennen van de individualiteit van je bedrijf, als je in een groothandel werkt? Wat is daar vergelijkbaar met het bodemleven? Die vragen willen we in de komende winterconferentie onderzoeken en een stap verder brengen. Om bij te dragen aan een menselijkere samenleving, een menselijkere economie.

Keynote sprekers:

Helmy Abouleish, CEO van Sekem, spreekt over de vier niveaus van bewustzijn in relatie tot je werk.

Volkert Engelsman, CEO Eosta en nr. 1 in de duurzame top 100 van dagblad Trouw, over sterren, compost en correct rekenen. Hij onderzoekt welke antropo­sofische concepten vruchtbaar blijken in zijn werk.

Ervaringsberichten van o.a.:

Luuk Humblet en Mia Stockman, over samenwerking met klanten in hun associatieve winkel in Gent.

Marc Siepman, vrij schrijver, spreker en docent over bodem en economie, bezig zijn basisinkomen te realiseren.

Werkgroepen met voorbeelden hoe je deze inspiratie in je eigen werk inzet.

De winterconferentie wordt gehouden op Warmonderhof, Wisentweg 12 in Dronten, op vrijdag 2 maart van 10.00 tot 17.00.

Het volledige programma is in de loop van januari te vinden op deze website. Daar kun je je dan ook aanmelden.

Een ander programma met hetzelfde thema vindt op vrijdag 23 februari 2018 plaats in Wortel (B)

Het bericht Leven doorgeven 1 verscheen eerst op BD-Vereniging.

]]>