Luuk Humblet, samen met Mia Stockman winkelier in de Blauwe Bloem in Gent, vergelijkt de gangbare landbouw met de gangbare economie. De Biologische landbouw heeft ook een andere economie nodig. Dit artikel is een korte weergave van een uiteenzetting die Luuk en Mia in februari 2017 hebben gehouden voor vrijwillige medewerkers van de Viadagio Floating Market ter gelegenheid van Belmundo in Gent.

Tekst: Luuk Humblet

Er zijn niet zo heel veel mensen die zoals wij meer dan veertig jaar ervaring hebben opgedaan met de handel in biologische levensmiddelen. Als we nu op dit lange tijdvak terugblikken, dan roept dat toch wel enigszins gemengde gevoelens op. De kwantiteit aan biologische levensmiddelen en de mogelijkheden om ze je aan te schaffen, zijn gigantisch toegenomen. Waar het echter de evolutie van de kwaliteit betreft, hebben we een aantal bedenkingen. Daarmee bedoelen we geenszins dat het concept ‘biologisch’ niet deugt of in waarde is gedaald. Maar er zijn vooral de laatste vijftien jaar een aantal ‘donkere randfenomenen’ opgedoken: er is een soort ‘grijze zone’ ontstaan waarin we producten aantreffen die wel het Europese biolabel voeren maar waar je om diverse redenen vraagtekens bij moet zetten.

Zo vind je op de markt inferieure producten die samengesteld zijn uit ingrediënten van biologische oorsprong, maar die niets voorstellen, bijvoorbeeld ‘vruchtensappen’ die in werkelijkheid bestaan uit suikerwater met een smaakje. Andere gelabelde producten blijken in twijfelachtige of mensonwaardige omstandigheden te worden vervaardigd, zoals bijvoorbeeld enkele jaren geleden één van onze klanten aan den lijve heeft ondervonden in een Spaanse fabriek waar biologische tomaten worden ingemaakt. Ook is er in de biologische veeteelt niet steeds de aandacht voor het dierenwelzijn die je idealiter zou wensen, zoals bijvoorbeeld uit het onthoornen van koeien blijkt. Het gebruik van genetisch gemanipuleerde planten en dieren is weliswaar in de biologische landbouw niet toegelaten, maar er wordt wel veelvuldig gebruik gemaakt van hybride, niet-zaadvaste plantenrassen die grotere opbrengsten hebben maar aantoonbaar minder vitaal zijn. Ook wordt bij de verwerking van biologische producten het gebruik van een aantal additieven toegelaten die lang niet allemaal onschuldig blijken te zijn. Op al deze punten scoort Demeter althans gemiddeld veel beter.

Hoe komt dat nu? Laten we het kort en direct formuleren: de overgang van chemische naar biologische landbouw had gelijk op moeten gaan met een overgang van vrijemarkteconomie naar associatieve economie. In het onderstaande schema hebben we geprobeerd één en ander samen te vatten.

Er valt een opmerkelijk parallellisme te ontdekken tussen wat zich in de chemische landbouw en in de hedendaagse vrijemarkteconomie afspeelt. Het winstbejag, het streven naar persoonlijk gewin dat ondernemers ertoe aanzet zoveel mogelijk te produceren en aan de man te brengen, speelt in de economie net zo’n ‘procesopjagende’ rol als kunstmest in de landbouw. Zowel de chemische landbouw als de vrijemarkteconomie werken met een strijdmodel: in de landbouw tussen mens en natuur, in de economie tussen mensen onderling.

De transitie van chemische naar biologische landbouw is, hoewel nog voor veel mensen allesbehalve vanzelfsprekend, in principe gemaakt. Maar zoals gezegd is de transitie van vrijemarkt- naar associatieve economie vooralsnog niet mee voltrokken. Bijgevolg raakt de groeiende biologische landbouw steeds meer verknoopt met de vrijemarkteconomie. De ongeschiktheid van deze combinatie is al honderden malen (onder andere maar zeker niet alleen door boeren) aan de kaak gesteld. Het is overduidelijk dat de door concurrentie veroorzaakte neerwaartse prijsdruk het de boeren onmogelijk maakt hoogwaardige, kwaliteitsvolle voedingsgewassen te telen en op een milieuvriendelijke en respectvolle manier dieren te fokken. Deze tendens is inmiddels ook in de biologische landbouw al sterk merkbaar.

“Economisch niet haalbaar”, zo klinkt het dan meestal. In de vrijemarkteconomie niet, nee. Maar dat betekent niet dat het niet gaat, het bewijst alleen dat de transitie naar de associatieve economie noodzakelijk is. Laat ons er samen hard aan werken!