De Vroente is een samenwerkingsverband van 3 boerderijen.

De Vroente kent haar ontstaansgeschiedenis vanuit verschillende pogingen om een samenwerking op poten te zetten tussen bioboeren in de ruime regio van zuid Oost-Vlaanderen.

Dat was zeker en vast een grote groep. Of zo herinner ik het mij alleszins, als stille getuige van een jaar of 10. Toen ik, wakker gehouden door die rumoerige stemmen aan onze eettafel, in mijn pyjama naar beneden kwam voor een glas water. Daar zaten dan een heleboel bioboeren en -boerinnen die vriendelijk lachten naar die kleine snotter. Om dan met z’n allen verder te vergaderen.

Vanuit die groep hebben Walter Coens van De Zonnekouter en Antoine De Paepe van De Kollebloem uiteindelijk de basis gelegd voor wat nu De Vroente is. Die twee wapenbroeders hadden altijd veel noten op hun zang. Gelukkig waren daar ook echtgenotes An Verboven en Leen Verwimp.

Na korte tijd kwam Karel Houdmont erbij met Ourobouros en sindsdien bestaat De Vroente in zijn huidige vorm van drie boerderijen.

We mochten ook al allemaal heel wat vernieuwing in onze boerderijen en dus De Vroente meemaken. Nieuwe mensen erbij, jongeren en helaas ook het afscheid van Walter. Een constante dynamiek.

Wat doet De Vroente?

In het kort: Biodynamische kwaliteitsgroenten en fruit telen en vermarkten aan een eerlijke prijs.

We maken samen teeltplannen. We leggen prijzen van producten vast voor het komende jaar. We spreken af wie hoofdteler is van een bepaald gewas.

We organiseren vorming en verdiepingsmomenten.

We vergaderen maandelijks en gaan jaarlijks op weekend.

We organiseren ook ons eigen transport van de drie boerderijen naar elkaar en de winkel.

We vermarkten de producten via verschillende kanalen. Elke vroenteboerderij heeft zijn eigen groente abonnementen. 2 hebben een hoevewinkel, 1 heeft een markt. We leveren elk aan restaurants in Gent en Brussel.

En sinds vorig jaar hebben we in de Lousbergmarkt in Gent een vast groente- en fruitkraam. De mogelijkheid kwam op ons pad, bijna op een onmogelijk moment. In mei moesten we eraan beginnen, net toen iedereen klaar was om volop aan het seizoen te starten. En eind augustus moest de winkel open. Er was geen structuur, want De Vroente is een feitelijke vereniging, er was geen plan, er waren geen winkeliers, geen rekken, weegschaal of kassa. Alleen een erg lege plek en een druk teeltseizoen dat moest beginnen.

De oprichting van die winkel heeft voor De Vroente veel betekend.

Een grote inspanning van ons allen, waardoor op korte tijd alle neuzen in dezelfde richting moesten. Plots had De Vroente niet alleen vergaderingen en overleg tussen 3 aparte entiteiten, maar stond daar een coöperatieve winkel met 4 nieuwe winkeliers. Een coöperatie die er staat op zichzelf, met een eigen-zinnig karakter, maar waar we tegelijk ook allemaal deel van zijn. De winkel doet het goed, en neemt ons mee in een positieve stroming. Maar het is tot vandaag nog zoeken naar hoe iedereen zijn of haar plek weet te vinden in die nieuwe vorm.

Voor die winkel hadden we een logo nodig en een baseline. Samen – Bezield – Biodynamisch. Ik ben altijd trots als ik onder die vlag mag werken.

Welke problemen komen we tegen en hoe lossen we ze op?

Als ik vroeg aan Antoine waarom de eerste ruime groep van Zuid Oost-Vlaamse boeren niet meer bestaat, komt altijd als antwoord dat die groep teveel focuste op het economische. In die economische sfeer blijkt algauw dat niet iedereen hetzelfde denkt. Elk heeft zijn noden, eigenheid en wensen, en dat durft al eens botsen.

Specifiek aan De Vroente is dat het sociale en de verdieping een fundamentele rol spelen in de samenwerking. Door ruimte en aandacht te geven aan het sociale contact met elkaar, maar ook door samen te studeren of vorming te volgen, wordt de samenwerking in de diepte versterkt. Het schept niet louter financiële banden, maar een menselijke economische band met ademruimte voor ieder lid van de groep.

Er zijn natuurlijk heel wat praktische problemen. Want we filosoferen graag, maar moeten ook elk wekelijks een hele toer rijden met onze camionette langs 3 boerderijen, een winkel, en nog een paar extra posten omdat we toch in de buurt zijn. Met dat transport zitten we nog wat te zoeken. Het vraagt veel tijd maar creëert ook tijd voor ontmoeting.

Kolen en wortels. We hebben er geen plek voor, maar we hebben ze wel nodig. We proberen samenwerking uit met andere boeren, maar we zijn er nog niet.

Prijzen en lonen. We hanteren eerlijkere prijzen. Maar staan ook niet los van de rest van de wereld. We verdienen allemaal net onze boterham, en maken onze dromen waar, maar het is toch vaak allemaal heel krap. De handel brengt wat extra, de winst van de winkel gaat voor een deel naar de boerderijen. Maar fundamenteel blijven ook wij boeren die produceren in een wereldeconomie waarin productie niks mag kosten.

Wat vinden wij belangrijk om te ontwikkelen?

‘Leven doorgeven’. Het stond in de uitnodiging. Het is eigenlijk evident voor boeren, maar hoe vaak denken wij eraan dat dat eigenlijk is wat we doen. Jozien Vos vertelde op een Vroente weekend een verhaal over de godin Demeter die huisde in Griekse oogstsymbolen van graan. We gingen er net zelf 3 maken met de Vroente boerderijen en hadden nog een verhaaltje nodig om ons te inspireren. Alleen de goden kennen het geheim van het leven, maar, zo ging het verhaal, boeren zijn degenen die het op aarde verzorgen, bewaren en doorgeven. Een eeuwenlange cyclus van zaaien, planten, oogsten en opnieuw zaaien verbindt ons met die allereerste boeren. Telkens weer datzelfde leven doorgeven en verzorgen, is het liefste wat we doen.

Evenwicht zoeken. De Vroente is nu een vereniging en een coöperatieve vennootschap. We behouden bewust twee vormen. De ene is een vereniging waarin samenwerking tussen bedrijven op een heel brede manier vorm krijgt. De andere is een echt bedrijf met een economisch doel, in een  coöperatieve vorm. Hierin verder groeien en zoeken naar de juiste evenwichten is een belangrijke ontwikkelingsweg voor ons allen.

Vorming tijd geven. Het laatste jaar werd veel economisch gewerkt, en was de ruimte voor vorming en verdieping sterk verkleind. Hiervoor moet weer meer ruimte komen. We zijn er al mee begonnen door met de ‘jonge mensen’ van De Vroente onze visie opnieuw te bekijken en deels te herschrijven. Maar ook vorming rond biodynamische landbouw mag weer voluit de aandacht krijgen vanuit De Vroente.

Tot slot.

Wat ik in mijn eerste jaren met De Vroente heb geleerd is dat je met 3 boerderijen heel veel wel of heel veel niet kan doen. Als het niet botert tussen de mensen, dan loopt het niet.

Maar in de paar jaar dat ik er nu bij ben, en nu dus zelf aan die eettafel mee vergader, merk ik dat er bij De Vroente een heel sterke wil is om toch door te blijven gaan. Er is ruimte voor verbondenheid, maar ook voor onenigheid en we kunnen elkaar al eens verkeerd begrijpen. Mijn collega Sofie van Ourobouros hoorde ik eens de term hartsverbinding gebruiken. Ik denk dat dat is wat wij hebben.

We werken samen, economisch, als boeren, maar we erkennen de menselijke kant ervan ten volle.

En vanuit die menselijkheid keren we terug naar de economie.

En zo proberen we goed samen te werken, voor onszelf en onze boerderij.

Uit liefde voor het boerenbedrijf.

Samen Bezield Biodynamisch.

Ruben Seegers