Transitie van een Cultuur van Nemen en controle, naar een Cultuur van Geven, ontvangen en adaptie

Piet van IJzendoorn

Meino Smit heeft met zijn proefschrift “De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw” een indrukwekkend beeld uitgewerkt van duurzame landbouw waarin niet de machine, maar de mens weer voorop staat. Er wordt nu indirect beslag gelegd op veel energie, grond en arbeid om primaire landbouw mogelijk te maken. Daarom wordt de productiviteit en de duurzaamheid van onze hedendaagse landbouw veel te positief beoordeeld. Landbouwgrond is de grond van ons bestaan (Smit, Meino 2018: Stellingen 1,6; Kleis, Roelof 2018: https://resource.wur.nl/nl/show/Landbouw-in-2040-meer-mens-minder-machine.htm).

De landbouw is de afgelopen 100 jaar voornamelijk financieel gestuurd, waarbij de rendementen op korte termijn leidend waren. De Biologische Dynamische landbouw gaat echter uit van wat de bodem nodig heeft om het geheel te verbeteren. Hierbij ontwikkelt iedere boer een weerbaar bedrijfsgeheel, waarbij hij (of zij) controle door symptoombestrijding vervangt door een structureel in zichzelf oplossende vermogen. Het gaat er om dat hij een biodivers geheel creëert waarin de aarde met al het leven, inclusief de mens, passend in het bedrijfsgeheel aanwezig kan zijn.

Zoals Meino Smit aantoont, is het huidige landbouwkundig denken niet passend om de transitie naar een duurzame opbouwende landbouw te ontwikkelen. Juist bij oplossingen voor de grote uitdagingen vanuit een ander perspectief is de Biologische Dynamische landbouw voorloper. Ieder bedrijf kan een eigen bedrijfsindividualiteit ontwikkelen waarin de bodem centraal staat en waarbij de mens dienstbaar is aan het geheel. Persoonlijke ontwikkeling is de motor van verdere ontwikkeling van de landbouw en van onze wereldcultuur. Iedere boer zal voor zijn bedrijf weer andere accenten leggen.

Zelfs in de praktijk van de Biologisch (Dynamische) landbouw is dit holistische uitgangspunt nog geen gemeengoed. Het gangbare financiële krachtenveld met zijn denken op korte termijn is niet zomaar te weerstaan. Er is afhankelijkheid van toeleveranciers, afnemers, erfbetreders, regelgeving en financiële verplichtingen waarin meer verdiend wordt áán de landbouw  dan in de landbouw. Alleen volkomen nieuwe relaties tussen mensen (burgers en boeren) en de aarde waarmee we samenleven, zijn hierbij nodig. Bij elke bedrijfsbeslissing zal de boer steeds dienen te reflecteren wat dit betekent voor de lange termijn. De vragen die hierbij gesteld dienen te worden zijn: wordt de bodem hier beter van? Is het goed voor de biodiversiteit en het draagvlak voor het geheel? Zijn de dieren dienend aan dit geheel? Kan ik mijzelf hierin ontwikkelen? Draagt het bedrijf bij aan een brede cultuurtransitie, die leidend is in een brede maatschappelijke transitie naar een samenleving waarin de aarde, met al haar leven, basis is van verdere ontwikkeling?

Onze huidige Cultuur van Nemen en controle (Beheersing) loopt op vele fronten tegen onmogelijkheden aan, zoals Meino Smit ook aangeeft. Theorie U van Otto Scharmer geeft inzicht in de situatie waarin onze westerse dominante cultuur zich bevindt. Het diepste gedeelte van de U (Presencing) geeft een beeld van een overgangssituatie: de Bewustwording die nodig is voor verdere ontwikkeling naar een nieuw paradigma. Biologisch Dynamische Landbouw kan leidend zijn in het ontwikkelen van nieuwe maatschappelijke inzichten. Iedere BD-boer loopt voorop en zal zijn eigen keuzes maken.

Met het centraal stellen van Geven, de aarde en het leven in onze nieuwe Cultuur (Bevrijding), zal de aarde weer groen en vruchtbaar worden. Immers vanuit de kosmos, de zon, wordt de aarde het leven gegeven. Wij als aardebewoners zijn verantwoordelijk dat dit Geven op alle maatschappelijke vlakken leidend wordt.

 “Aarde droeg het in haar schoot, Zonlicht bracht het rijp en groot, Zon en aarde die ons dit schenken, Dankbaar zullen wij aan U denken”  – “En de mensen niet vergeten die het bereidden tot ons eten”