Boeren aan de Sweachsterwei langs het Kenigsdjip

Leonne Muller leeft en werkt samen met haar metgezel Gjalt op een biologische boerderij in Lippenhuizen. Ze werkt als boerin, heeft een dochter van veertien en schrijft. “Op de boerderij groei ik in het vertrouwen dat de zin van het bestaan in het bestaan zelf ligt. Je kunt alles organiseren, bouwen of bedenken maar als het niet zo moet zijn gebeurt het niet. Je moet met jezelf in het reine komen en luisteren met al je zintuigen. De natuur leidt ons. Het onmogelijke kan zich manifesteren: als de tijd rijp is werkt alles en iedereen mee.”

‘Se komme gewoan sels. Wy dogge der neat spesjaals foar … ‘

In Lippenhuizen, langs de oevers van het riviertje Koningsdiep (ook bekend als Alddjip en verderop als de Boarn), grazen onze koeien. Het leven op het land, in respect, samen met de 50 koeien die wij dagelijks mogen melken, geeft ons zin, hoop en inspiratie.

 

Hiltje 98, ze is een Montbéliarde kruising met Holstein, vier jaar oud

Het land leeft. Iedereen die voorbijkomt ziet dat – het straalt er van af. Passanten (er loopt een fiets/wandelroute langs de boerderij) zien verbaasd dat onze koeien gehoornd zijn. Dat tref je bijna alleen aan bij BD bedrijven. In de zomermaanden komt zowat heel fotograferend Friesland langs om onze ooievaars te zien. Drie ooievaarsnesten op het dak van onze boerderij: stel je voor! Ooit stonden er eenentwintig ooievaars op de rand van het dak.

Drie van de vier door ooievaars bezette nesten op het dak bij Gjalt Tjeerdsma en Leonne Muller in Lippenhuizen. (foto,Rens Hooyenga, Leeuwarder Courant)

Wij blijven er Fries nuchter onder. ‘Se komme gewoan sels. Wy dogge der neat spesjaals foar’, zo werden wij in de krant geciteerd. Maar als je iets weet van biologisch boeren, dan besef je dat het tegendeel waar is. Niets komt vanzelf. Achter de mooie plaatjes staat het zweet en de moeite om dingen gedaan te krijgen, de schijnbare tegenwerking van de materie maakt deel uit van de natuur. Onze beloning is een vorm van tevredenheid en aanvaarding, zelfkennis. We hebben een eenvoudig boerenbedrijf en onze rijkdom telt zich niet uit in geld.

Er is achterstallig onderhoud. Na meer dan dertig jaar boeren en zware persoonlijke tegenslagen is mijn metgezel anders gaan werken, om het vol te houden. We moeten als mens onze beperkingen aanvaarden. Wij laten de natuur haar werk doen. Wij gebruiken geen antibiotica en er wordt niet meer onthoornd. Er ontstaan zelfbewuste, gezonde koeien.

Wij pachten ons land van een adellijke Stichting. De adellijke familie van weleer, ooit eigenaren van bijna heel Opsterland, heeft zijn bezit al generaties geleden omgevormd tot een stichting met een goed doel. De monumentale boerderij die wij bewonen, heeft mijn partner gekocht van deze Stichting, die als doelstelling heeft om zorg en onderzoek ten behoeve van kinderen met een beperking te ondersteunen. De Stichting heeft recht van terugkoop voor 60% van de waarde van de bebouwing en ondergrond. Dat is voor ons geen stimulans maar een veel te grote stok achter de deur.

Helaas valt het voeren van een boerenbedrijf niet onder de doelstellingen van de Stichting. Wij vallen aan de andere kant van de lijn – wij behoren tot de middelen die de Stichting gebruikt om haar doelstellingen te verwezenlijken. Daar gelden rendementsdoelstellingen die in essentie nooit zijn aangepast aan de zorgdoelstellingen van de Stichting en aan maatschappelijke ontwikkelingen. Zo kan de rentmeester blind blijven varen op een in zichzelf gekeerd systeem van een gewenste rendementseis over geïnvesteerd vermogen. En dat systeem bepaalt uiteindelijk de gevraagde pachtprijs. De overheid stelt weliswaar grenzen aan regionormen en veranderpercentages maar een biologische boer heeft daar niets aan.

Ooievaarsnesten hebben geen plaats in het marktdenken: groen is daar gewoon groen, een hectare is een hectare, een boer is een boer en natuurlijke ontwikkeling is een afwijking die al dan niet gesponsord zou kunnen worden. Onze biologische boerderij wordt niet langer als rendabel gezien. Er moet een boer met geld komen om ons te vervangen. Onze eenvoudige vraag is: rendabel voor wie?

Koningsdiep (De Boarn) bij de Lippenhuisterbrug. (foto: Gouwenaar)

De landstreek rondom Lippenhuizen is een gebied waar verschillende adellijke families eeuwenlang hebben geregeerd. Dit is ook het gebied waar Domela Nieuwenhuis iets openbrak voor een andere laag van de bevolking. Naarmate wij meer vertrouwd zijn geraakt met de krachten van de natuur is ook ons inlevingsvermogen en het besef van samenhang gegroeid. Wie zijn we en wat doen we elkaar aan?

Ecologisch bedrijf “Rûn Libben en Grûn”, Lippenhuizen

Wat drijft ons, Gjalt en Leonne?

Verscholen tussen de bomen van wet- en regelgeving
zoeken wij de ruimte om opnieuw te verbinden
vanuit onvoorwaardelijkheid.

Het onderhouden van immateriële schoonheden
In een leefgemeenschap gaat verder dan alleen
woorden in stelling brengen of je afhankelijk te stellen van subsidies,
beoordeeld vanuit beperkte zintuigelijke waarneming.

Het juk dat wij economie noemen
kan alleen lichter gemaakt worden vanuit jezelf.
Vanuit liefde voor natuur en
in samenwerking vanuit oprechte betrokkenheid is veel meer mogelijk.
Dit brengt ons allen meer dan de som van de delen.

Wij nodigen jou uit om met ons mee te kijken
en van gedachten te wisselen over
het dichterbij brengen van deze horizon.

Leonne Muller

Bronnen:
– Biologysk Molkfeebedriuw “Rûn Libben en Grûn”, Lippenhuizen
– Boeren met ontzag, Wim Schippers
– De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw 1950 – 2015 – 2040, Meino Smit
– Wie de wereld nu echt voedt, Vandana Shiva
– Dit is mijn hof, Chris de Stoop
– Anastasia (reeks), Vladimir Megre
– Kringlopen bestaan niet, er is meer, Jos Willemse
www.kobunder.nl (website kaasmaker Martin Schyns met info over de boerderij)