Hieronder staat de tekst die Harry van Trotsenburg schreef ter voorbereiding van zijn presentatie op de winterconferentie.


Zonder vraag: Geen Zoeken

Zonder Zoeken: Geen antwoord

Ik heb de afgelopen 40 jaar aan de hand van van het werk van Maria Thun, aan de hand van Steiner en van Guurtje Kieft van de Zonnetuin, een deel van de weg mogen gaan, die leidt naar het ervaren van de invloeden die uit de Kosmos tot ons komen.

Wat is het dat die ervaring mogelijk maakt? Ik wil dat aan de hand van een ervaring die we allemaal wel zullen kennen toelichten. We lopen op straat, de zon schijnt en hoewel we ergens naar toe onderweg zijn ontspannen we ons, stellen ons open voor de warmte van de Zon. We worden ‘ontvangkelijk’. Ik kom daar nog een aantal keren even op terug.

Dan zien we iemand verderop lopen. Iemand die we in geen jaren gezien hebben, maar waar we wel intensief mee hebben opgetrokken. Wat is het dat ons tot herkennen van iemand op honderden meters afstand brengt? ….. Het is de manier van bewegen/ de houding die ons iemand op afstand doet herkennen.

Maar wat gebeurt er innerlijk bij ons? Op afstand zien we iemand die ons flauw bekend voorkomt. En we stellen ons innerlijk de vraag, is het die en die? Niet voor niets begon ik met zonder vraag geen zoeken, want u zoekt nu uw geheugen af, is het ….die en die? Om uw geheugen te herinneren is er altijd een moment van ‘ontvangkelijk’ worden.

 

Het gaat om de beweging

Het gaat om de beweging niet alleen bij het herkennen van mensen op afstand, maar ook bij de herkenning van de beweging van de kosmos om ons heen. Hoe kunnen wij de bewegingen in de Kosmos leren kennen?

1          Een manier is de zaai proeven van Maria Thun te herhalen, en zo – onder meer- tot de ontdekking te komen dat afhankelijk van de plaats van de Maan in de Dierenriem die Maan een andere invloed door geeft. Zo komen we tot het inzicht dat er blad- wortel- licht- en vruchtdagen zijn. En dat als we de grondbewerking voor het zaaien op zo’n dag doen, en die misschien nog eens tijdens de groei van het gewas kunnen herhalen, we de plant kunnen helpen zich tot bladgroente of tot wortelgewas te ontwikkelen.

2          Maar er is ook een andere weg. De weg van de persoonlijke ontwikkeling, het gaan van de weg van de geestelijke groei, over de eigenschap van ‘ontvangkelijkheid’ (ik schrijf het met opzet weer “fout”) het gaan van de weg die ons gevoelig voor dit soort invloeden maakt. Ik laat dit even rusten om daar later kort op terug te komen.

 

Hoe kunnen wij de bewegingen in de Kosmos leren kennen?

De weg is natuurlijk, dagelijks op de zelfde tijd omhoog te kijken. En die dagelijkse ervaringen met elkaar te verbinden. Die weg is ons door velen voor gegaan.

Zo werd de afgelopen millennia een aanzienlijke astronomische kennis opgebouwd. We hoeven echter niet het wiel opnieuw uit te vinden.

We kunnen van een van de Zaaikalender ‘s gebruikmaken , hoe kunnen we die gebruiken? We beginnen zo dadelijk met de Zon, en vervolgen dan met de begrippen die we daaraan ontlenen met de Maan. Daarbij gaan van onze standplaats : de Aarde uit. De Aarde is even het middelpunt, want daar leven we nu. En door dat standpunt wordt onze ervaring gekleurd.

 

De Zon

In een jaar zien we de zon als we uitgaan van de diepste stand in de winter stijgen en dalen. Wat we niet (makkelijk) zien is dat zij in ongeveer die zelfde periode van dichtbij naar veraf gaat, en terug. De Maan doet dat zoals we straks zullen zien anders en dat biedt ons een extra mogelijkheid tot zelf scholing en waarneming aan de groei van de gewassen die we telen.

Op die jaar beweging van de Zon passen de twee begrippen groeien en verwelken. De groei van het voorjaar, de bloei van de lente en zaadzetting van de zomer worden onvermijdelijk gevolgd door verwelking. Dat is wat we aan de plant maar ook aan de mens kunnen waarnemen. Waar het mij vandaag omgaat is kunnen we dat ook tot in ons voelen brengen?

Een voorbeeld:

Ik bezorg de laatste jaren maaltijden. De mensen waar ik dat voor doe staan gewoonlijk aan het einde van hun weg. Het is daarbij opvallend dat je mensen in de periode september/oktober klant ziet worden en dat zij dan in januari / februari , ondersteund door de stijgende Zon weer de energie vinden zelf te koken( en boodschappen te doen ..). Totdat er een jaar komt dat zij niet meer instaat zijn zich met de Zon te verheffen. Gewoonlijk wordt de relatie met de stijgende en dalende Zon niet gelegd. Toch is die er. Je hoeft het aantal rouwadvertenties in de kranten maar te volgen…

Goed: groei en bloei, zaadzetting en verwelking, toenemende levenskrachten en afnemende levenskrachten.

 

Hoe staat het met onze Ziel?

Ik kan me noch goed herinneren wat een enorm probleem het voor mij was op de middelbare school mijn gedachten in de maand Mei bij de les te houden. Ik wilde maar een ding : naar buiten. Dat was een gevoel, maar de relatie met de Zon kon ik toen niet bewust leggen. De stijgende Zon kan je het dus moeilijk maken met studeren, met je concentreren. Terwijl andersom de dalende Zon je het geestelijk verdiepen, het concentreren heel gemakkelijk kan maken. Met andere woorden : als u in de maand mei voor het eerst met mediteren begint dan maakt u het zichzelf wel heel moeilijk.

Een ander voorbeeld:

Ik heb een aantal kinderen mogen opvoeden. Rond de langste dag kun je ze niet in slaap krijgen, en vanaf oktober kun je ze ‘s ochtends niet wakker krijgen. Ze gaan mee met de Zon, weten het niet en ik vrees dat de meeste ouders het ook niet weten, laat staan ervaren.

Laat ik dit eens samenvatten :

De Zon

winter

Stijgende Zon Groei, toenemende levenskrachten, verlies aan concentratie

voorjaar

zomer

Dalende Zon   Verwelking, afnemende levenskrachten, toenemende concentratie

herfst

 

De Maan

De beweging van de Maan kent meer variatie. Maar vooral : Het is de Maan die iedere keer in grofweg zevenentwintig tot dertig dagen de zelfde ervarings-mogelijkheid biedt als de Zon. Het is de maan die ons dus het snelst bij een voelen kan brengen omdat zij 13 keer per jaar een aan de Zon verwante ervaring biedt.

Net als de Zon

1          stijgt en daalt zij in de Dierenriem,

2          maar anders dan bij de Zon verwijdert de Maan, zich los hiervan, van de Aarde, en komt weer dichterbij.

3          Bovendien hebben we de gang van nieuwe naar volle maan en terug.˙

Al bij Mara Thun, vinden we dat zij de bewegingen, en de werkingen van de Maan min of meer analoog aan de Zon ziet;
Zij stelt :
1   Bij de Maanafstanden,
voor de kleinste afstand           vergelijkbaar               met midwinter
voor de grootste afstand         vergelijkbaar               met St Jan
2   bij de opstijgende dalende Maan,
“Om te begrijpen kunnen we het beste de jaar beweging van de Zon te hulp roepen.”
3   Bij volle / nieuwe Maan,
laat Maria Thun het bij de vaststelling dat er een tendentie naar hoge druk is bij volle Maan en lage druk bij nieuwe Maan.

Ik persoonlijk houdt het bij de begrippen toenemend en afnemend …Toe en afnemende ondersteuning , toe en afnemende levenskrachten. De makkelijkste manier om hier tot een gevoelsmatige ervaring te komen is door er een tekening, een beeld van te maken. Lang geleden werd de Zaaikalender op een heel bijzondere manier vormgegeven, je kon iedere week de hoek standen maar ook de beweging van de Maan, in tekenen “gestalte” geven.

En dat is wat ik nu met u wil doen, maar dan per maand. Daarvoor hebben een stuk papier, of een afbeelding van de Dierenriem en een zaaikalender nodig. In de zaaikalender zoeken we de data op van Ap /Pg, van volle en nieuwe maan, en op welke data de maan en hoogst/ laagst in de Dierenriem staat. En nu tekenen we de afstanden in, en proberen daar een vloeiende lijn door te tekenen

Op deze manier heeft u een afbeelding voor de invloed van de Maan gemaakt. En nu kunt u door die tekening “kijken” of u een gevoel daarbij kunt ontwikkelen.