In verschillende studies zijn de voordelen van wormencompost ten opzichte van stalmest, warme compost en kunstmest aangetoond. Sinha heeft ze voor ons samengevat (Sinha, 2010):

  1. De nutriënten in de wormencompost worden beter vastgehouden dan in warme compost;
  2. In bodems die met wormencompost zijn bemest zijn de nutriënten op het juiste moment beschikbaar voor de planten en blijven ze beter gebonden dan bij de andere bemestingen. De auteur, Sinha, schrijft dit toe aan de huminezuren en fulvinezuren die de wormen afscheiden;
  3. Wormencompost bevat meer nutriënten dan warme compost;
  4. Wormencompost bevat micro-organismen die passen bij de wortelomgeving van de planten. Dit in tegenstelling tot de micro-organismen van warme compost – de zogenaamde warmteminnende of thermofiele bacteriën en schimmels;
  5. Op alle groeikenmerken scoort de wormencompost beter dan de kunstmest en de warme compost / stalmest: ontkiemingssnelheid; lengtegroei; vruchtzetting; vruchtgrootte; duizendkorrelgewicht; duur van het groeiseizoen; opbrengst ed.;
  6. De benodigde hoeveelheid irrigatiewater ligt 30 – 40 % lager. De bodem is poreuzer en houdt het water beter vast;
  7. Per hectare is beduidend minder wormencompost nodig dan warme compost of stalmest voor dezelfde opbrengst. In India gebruikt men voor de meeste gewassen 2 tot 5 ton wormencompost per hectare. Een viervoudige hoeveelheid gecomposteerde stalmest gaf een beduidend lagere opbrengst. Een verschil van 17 %.
  8. Wormencompost verhoogt in belangrijke mate de natuurlijke weerstand van de planten tegen ziekten en plagen;
  9. Wormencompost bevat veel stikstofbindende bacteriën, en bacteriën die fosfaten vrijmaken uit de mest en uit de bodem;
  10. Wormencompost bevat veel groeibevorderende stoffen zoals auxinen, cytokininen en gibberlinen;
  11. Mestwormen kunnen tal van schadelijke stoffen in het te composteren materiaal afbreken;
  12. Mestwormencompost kan zilte gronden en sodagronden versneld herstellen;
  13. In India nam bij een aantal boeren de ruwvoerproductie per hectare met bijna 50 % toe vergeleken met kunstmest;
  14. De smaak van de producten verbetert onder invloed van wormencompost;
  15. Mestwormen verteren in hun ingewanden ook de aarde die wordt ingeslikt. Dat maakt dat ook gesteentemelen door mestwormen kunnen worden voorverteerd. Gesteentemelen binden ook ammoniak;
  16. Bij sommige teelten konden boeren in India drie in plaats van twee teelten per jaar realiseren, doordat de wormencompost het groeiseizoen bekortte. En er was sprake van minder onkruidgroei;
  17. Mestwormencompost blijkt een uitstekende voeding voor aardwormen: in de ananasteelt verdubbelde het de hoeveelheid aardwormen bij 20 ton wormencompost/hectare (Chaudhuri, 2016).
  18. Deze aardwormen haalden de kleideeltjes in zandleemgronden naar boven. Een lemige zandgrond werd zo een kleigrond.
  19. Wormencompost zorgt ervoor dat de ionen gebonden worden, de CEC toeneemt, evenals de hoeveelheid nutriënten en plantengroeiregulatoren (Kale, 2014, geciteerd in Chaudhuri 2016) ;
  20. Op een arme bodem in Noord India nam de hoeveelheid koolstof in de ananasteelt met 16 % toe in 2 jaar tijd; stikstof verdubbelde; en de hoeveelheid fosfor verdrievoudigde bij 30 ton wormencompost/ha. Het optimum voor de ananasplanten lag echter bij 20 ton/hectare (Chaudhuri, 2016). Bij 30 ton kregen de wormen obesitas.
  21. De kwaliteit van wormencompost hangt in belangrijke mate af van het materiaal wat de mestwormen voorgezet krijgen (Campitelli and Ceppi, 2008, geciteerd door lazcano ,2011).

Het ‘nadeel’ van wormencompost is dat het wat extra tijd en aandacht vraagt. En je moet er rekening mee houden dat je niet te veel wormencompost geeft. Dat laatste is vooral een probleem als je het combineert met kunstmest. Dan kan de EC al snel te hoog worden.

Tekst: Anton Nigten, Foto: Jan Morsch van de Compostbakkers

Wil je meer achtergrondinformatie? Mail naar Anton Nigten: aonigten@hotmail.com