Over de wonderbaarlijke werking van plantenextracten voor je tuinplanten en waar je de recepten kunt vinden.

Dat de natuur ingenieus in elkaar steekt, daar weten we als biologisch tuiniers en agrariërs alles van. De kunst is om inzicht te krijgen in die natuurlijke principes, en praktisch toe te kunnen passen in je eigen situatie. Het maken van plantenextracten van brandnetel (zoals brandnetelgier) of van andere planten is zo’n voorbeeld van het slim samenwerken met de natuur om de moestuinplanten en de rest van het ecosysteem in je tuin te versterken. Het basisrecept van brandnetelgier is zeer eenvoudig, en doet altijd wel goed voor je planten, maar je kunt door andere planten te gebruiken en zorgvuldig te bereiden veel meer moois halen uit plantenextracten.

Toen ik in Frankrijk tuinder was op 1,5 ha op een ecologische gemeenschap, werkten we met zelfgemaakte gier van brandnetel en smeerwortel, en de moestuinplanten die het kregen deden het er goed op. Jean-Claude, onze Franse tuinmedewerker, kwam met een handig boekje aan met recepten en achtergrondinformatie waar we onze informatie uithaalden. Het boek was geschreven door een Franse hovenier en een moestuinier met wetenschappelijke scholing die al tientallen jaren, ook professioneel, met plantenextracten werken. Jean-Claude maakte bij ons de extracten en hield ze in de gaten, en verdiepte zich er ook het meeste in. Daar had ik toen niet zoveel tijd voor. Toen ik weer in Nederland woonde, en op zoek ging naar Nederlandstalige informatie over dit onderwerp, bleek er bar weinig beschikbaar te zijn. Gelukkig was uitgeefster Heleen Gierveld van Uitgeverij Jan van Arkel bereid om het bewuste Franse boekje te laten vertalen, bewerken en uit te geven. En ze vroeg mij of ik erbij wilde assisteren, een leuke klus!

Het resultaat zag in 2017 het daglicht: ’34 planten om mee te tuinieren’. En ook al had ik het boekje in Frankrijk wel (vluchtig) doorgelezen, pas tijdens het vertalen ervan dook ik echt in de materie en ontdekte hoe wonderbaarlijk het kan werken met de diverse extracten. In de uitwisseling met één van de schrijvers tijdens het vertalen werd ook duidelijk hoe ongelofelijk veel kennis er aanwezig is over de subtiele processen in de natuur bij de mensen in Frankrijk die al jaren professioneel met deze extracten werken. En geloof het of niet: de kennis die de Fransen hebben met het maken van wijn wordt ook hier toegepast! De extracten worden overigens niet alleen in de moestuin gebruikt, maar ook fruitbomen en struiken kunnen er veel baat bij hebben.

Graag deel ik met jullie een paar boeiende aspecten, waarover je meer kunt lezen in het boekje zelf.

Hoe plantenextracten werken

De kunst in een biologische moestuin is om het natuurlijke evenwicht te verzorgen, en de natuur zoveel mogelijk haar werk te laten doen. In een moestuin grijpen we echter per definitie in in dit natuurlijke evenwicht door de bodem te bewerken en planten erin te zetten die van nature hier niet voorkwamen. Denk hierbij aan de aardappel die oorspronkelijk uit Peru komt, maar ook komkommers en tomaten komen vanuit andere windrichtingen. De planten extra ondersteunen is daarom vaak geen overbodige luxe. De zorg voor de bodem en het tuinecosysteem en het toedienen van goede compost zijn natuurlijk de basis, en plantenextracten kunnen hierbij ondersteunen.

In de natuur leven plant en plaag al miljoenen jaren samen en altijd ontstonden er nieuwe evenwichten: planten zijn blijven groeien en zich blijven ontwikkelen. Hierdoor zijn er bij planten complexe beschermingsmechanismen ontstaan waar we in onze tuinpraktijk gebruik van kunnen maken. Door plantenextracten te maken komen de stoffen die in en op de plant zitten beschikbaar in het extract. Deze stoffen zijn niet alleen voeding voor de planten waar ze aan worden gegeven, maar er gebeurt meer! Als je een moestuinplant bespuit met het juiste extract, zullen de diverse stoffen die erin zitten, bij de plant de indruk geven dat ze wordt aangevallen door belagers. Hierdoor gaat de plant haar afweermechanismen activeren, en hebben de echte belagers het veel moeilijker om de plant te schaden. Dit kun je vergelijken met een mens die door een gezonde leefstijl zijn natuurlijk weerstand verhoogt. Door eens in de 2 à 3 weken een rondje door je tuin te maken met (een mengsel van) plantenextracten, zullen de planten dus beter in hun vel komen te zitten. Een meng-extract van brandnetel, smeerwortel, heermoes en varens is in de praktijk zeer effectief gebleken voor deze preventieve aanpak.

Echter, als er zich ziekten en plagen voordoen waar de planten teveel last van krijgen, kunnen plantenextracten ook curatief worden gebruikt. Planten als knoflook, lavendel, afrikaantje en vlier bevatten natuurlijk stoffen die werkzaam of afwerend zijn tegen bladluizen, rupsen, witte vliegen, mollen en muizen. Maar de kunst blijft natuurlijk om zoveel mogelijk preventief te werk te gaan.

Vier recepten, verschillende effecten

Het bekendste en meest gebruikte recept is brandnetelgier, of beter gezegd ‘gefermenteerd brandnetel extract’. Hierbij laat je grofweg 1 kg brandnetelblad per 10 liter water zo’n 2 à 3 weken staan, roert het dagelijks even door, filtert en verdunt het om het vervolgens op de bodem en/of de planten te sproeien. Het gebruikte water en de temperatuur zijn van invloed op de duur van het proces en op het uiteindelijke resultaat. Tijdens deze fermentatie worden niet alleen de plantendelen uit de brandnetel geactiveerd, maar ook de bacteriën en ontelbare enzymen die van nature op de plant aanwezig zijn.

Maar er zijn nog meer recepten mogelijk, waarbij iedere bereiding andere kwaliteiten uit de gebruikte plant naar boven haalt.

Bij een afkooksel worden de planten eerst een dag in water voorgeweekt, en vervolgens opgekookt. Vooral planten als heermoes, absint-alsem, smeerwortel en brandnetelwortels zijn hier geschikt voor, omdat ze dikke of houtachtige plantendelen hebben. Bepaalde werkzame stoffen kunnen alleen met een afkooksel geactiveerd worden. Thujon is daarvan een voorbeeld, dat voorkomt in de absintalsem, en fruitmot op een afstand houdt.

In het geval van plantenthee zet je letterlijk thee van de planten. Hierbij is de temperatuur van het water bepalend voor welke stoffen er geactiveerd worden. Zo komen er bij brandnetelthee die tot 80 graden Celcius verwarmd wordt stoffen vrij als mierenzuur, galluszuur en hystaminezuur, die samen een luizen dodende werking hebben. Deze stoffen worden echter weer afgebroken als het water heter wordt dan 90 graden.

Het vierde recept, de koude aftreksels, is makkelijk te maken maar wordt in de praktijk niet zoveel gebruikt. Je laat hierbij de plantendelen een dag in koud water staan, en gebruikt het dan gelijk omdat deze bereidingen niet houdbaar zijn in verband met kans op gisting. Planten die hiervoor vaak gebruikt worden zijn rabarber, brandnetel, Oost-Indische kers en mierikswortel.

Minimaal 34 planten om te gebruiken

Brandnetel is de plant die het meest gebruikt wordt voor extracten, en waar ook de meeste ervaring mee is opgedaan, maar er zijn nog minstens 33 planten die je kunt toepassen. Heermoes, smeerwortel en varens staan na de brandnetel op de gedeelde tweede plaats, en juist een combinatie van deze vier extracten, het basiskwartet, blijkt goede resultaten op te leveren. Verder zijn planten als boerenwormkruid, klimop, paardenbloem, duizendblad, jeneverbes en kamille ook voor diverse doeleinden te gebruiken. En dan is deze lijst met planten nog niet eens onuitputtelijk.

Zelf aan de slag

Het plantenextractenboek is een overzichtelijk en informatief boek geworden, met tips voor de bereiding (je kunt bijvoorbeeld ook gedroogde plantendelen gebruiken en hoe zorg je ervoor dat de extracten niet stinken), het gebruik en de bewaring van de diverse extracten. Achterin staan duidelijke overzichten met wat je waar en met welke bereiding voor kunt gebruiken.

Het boek is echter ook een oproep aan moestuiniers om zelf aan de slag te gaan met de extracten, en de ervaringen met elkaar te delen. Er is nog zoveel te ontdekken op dit gebied. Er wordt hier en daar wel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het gebruik en werking van plantenextracten, maar de meeste kennis en inzichten komen toch wel uit de praktijk, van mensen die hun inzichten in microbiologie toepassen om het gebruik van plantenextracten in tuinen verder te ontwikkelen. In Frankrijk geven de schrijvers ook regelmatig cursussen en advies erover. Misschien een idee om één van hen eens in Nederland of België uit te nodigen?

Meer weten?

’34 Planten om mee te tuinieren’ door Bernard Bertrand, Jean-Paul Collaert en Eric Petiot.

Uitgegeven bij Uitgeverij Jan van Arkel, 2017.

Tekst: Janneke Tops, Foto: Shutterstock

Janneke Tops is docente op het gebied van gezond leven, groenten kweken en bewustwording. Ze beheert met haar eigen en een bevriend gezin een natuurcamping met een voedselbosje-in-wording nabij het Drents-Friese Wold. Hier bieden ze allerlei activiteiten aan rondom deze thema’s. Meer informatie: gezondemoestuin.nl natuurcampingbethanie.nl